Hoe kan ik mijn NAS instellen?

Volg de onderstaande stappen voordat u de NAS inschakelt (of nadat de fabrieksinstellingen opnieuw zijn ingesteld).

1. Plaats uw NAS in een omgeving die aan de volgende vereisten voldoet:

   Categorie	Vereisten
   Omgeving	Temperatuur in de ruimte: 0 ˚C tot 40 ˚C (32 ˚F tot 104 ˚F) Relatieve luchtvochtigheid zonder condensvorming: 5% tot 95% Natteboltemperatuur: 27 ˚C (80,6˚ F) Vlak, antistatisch oppervlak zonder blootstelling aan direct zonlicht, vloeistoffen of chemische stoffen Geen objecten die de ventilatie van het apparaat kunnen belemmeren of druk uitoefenen op het apparaat of netsnoer
   Hardware en randapparatuur	Harde schijven Ga naar https://www.qnap.com/compatibility voor een overzicht van compatibele schijfmodellen Netwerkkabel
   Gereedschap	Schroevendraaier met platte kop Antistatisch polsbandje

2. Installeer de harde schijven.
   Mogelijk ondersteunt uw apparaat verschillende soorten harde schijven, zoals harde schijven van 3,5 inch, SSD-schijven van 2,5 inch of M.2-SSD-schijven. Raadpleeg de gebruikershandleiding van uw NAS voor instructies voor het installeren van de schijven. Raadpleeg het compatibiliteitsoverzicht van QNAP om te controleren of harde schijven van een specifiek merk of specifieke serie compatibel zijn met uw NAS.
   Waarschuwing

   Als u een besturingssysteem op uw NAS installeert, worden alle gegevens op alle geïnstalleerde schijven verwijderd. Als u niet wilt dat de gegevens op uw schijven worden verwijderd, moet u eerst het besturingssysteem op uw NAS installeren zonder dat er schijven in het apparaat zijn geïnstalleerd en vervolgens uw schijven migreren. Raadpleeg voor uitgebreide instructies Ik heb een nieuwe NAS van QNAP gekocht. Hoe verplaats ik mijn gegevens vanaf het oude systeem?
3. Optioneel: Uitbreidingseenheden aansluiten.
   Voor instructies over het aansluiten van de uitbreidingseenheden, zie de gebruikershandleiding van uw NAS. Raadpleeg het compatibiliteitsoverzicht van QNAP om te controleren of uitbreidingseenheden van een specifiek merk of specifieke serie compatibel zijn met uw NAS-model.
4. Sluit het netsnoer en alle relevante kabels aan.
5. Gebruik de Ethernetkabel die in de verpakking van uw NAS zit om de NAS te verbinden met uw lokale netwerk.
6. Schakel de NAS in.
7. Download Qfinder Pro op een computer die met hetzelfde lokale netwerk is verbonden.
   • Qfinder Pro (meest recente versie)
   • Qfinder Pro (Windows 8.0 of ouder/Windows Server 2012 of ouder/macOS 10.13 of ouder)
8. Open Qfinder Pro.
9. Zoek uw NAS in de apparatenlijst.
   
10. Dubbelklik op de NAS om de webinterface te openen in de browser.
11. Zie het volgende hoofdstuk voor het installeren van een QNAP-besturingssysteem.

Na het voltooien van de voorgaande stappen om uw NAS voor te bereiden, voert u de volgende stappen uit om een QNAP-besturingssysteem te installeren.

Zie de gebruikershandleiding van uw NAS in QNAP Download Center voor uitgebreide installatie-informatie.

1. Neem de Garantieservice van QNAP door en klik op Volgende nadat de NAS-webinterface is geopend.
2. Klik op Starten Slimme installatiegids.
3. Geef een versie van het besturingssysteem op.
   
   Tip

   Klik op Controleren op updates om het besturingssysteem te upgraden als er een nieuwere versie beschikbaar is.
4. Klik op Volgende.
   Het scherm Voer de naam van de NAS en het beheerderwachtwoord in wordt weergegeven.
5. Voer de naam van de NAS en het beheerderwachtwoord in.
   • NAS-naam: Geef een naam op van 1 tot 14 tekens. De naam kan letters (A tot Z, a tot z), cijfers (0 tot 9) en koppeltekens (-) bevatten, maar mag niet eindigen met een koppelteken. Ook kan de naam niet uit alleen cijfers bestaan.
   • Gebruikersnaam: Geef een beheerdergebruikersnaam op van 1 tot 32 tekens. De naam kan letters (A tot Z, a tot z), cijfers (0 tot 9) en koppeltekens (-) bevatten, evenals Chinese, Japanse, Koreaanse en Russische tekens van meerdere bytes.
     Er wordt een nieuw account voor de systeembeheerder gemaakt op basis van de ingevoerde gebruikersnaam. Nadat de initialisatie is uitgevoerd, wordt de gereserveerde gebruikersnaam ‘admin’ in het systeem uitgeschakeld.
     Waarschuwing

     Om uw NAS te beveiligen tegen brute force-aanvallen, moet u een nieuw systeembeheerderaccount maken dat anders is dan ‘admin’. Het standaard ‘admin’-account wordt automatisch uitgeschakeld nadat u een nieuw systeembeheerderaccount hebt gemaakt.
   • Wachtwoord: Geef een beheerderwachtwoord op van 1 tot 64 tekens. Het wachtwoord kan alle ASCII-tekens bevatten.
6. Klik op Volgende.
7. Geef de tijdzone, datum en tijd op.
   Tip

   QNAP adviseert u om verbinding met een NTP-server te maken om er zeker van te zijn dat de NAS de UTC-standaard ('Coordinated Universal Time') volgt.

8. Klik op Volgende.
9. Configureer de instellingen voor netwerk.
   Tip

   QNAP adviseert u om een statisch IP-adres te gebruiken voor uw NAS.
10. Klik op Volgende.
    Afhankelijk van het model van uw NAS zijn er mogelijk extra stappen nodig.
11. Klik in het scherm Samenvatting op Toepassen.
    Er wordt een bevestigingsvenster weergegeven.
12. Klik op Initialiseren.
    Het firmwarebestand wordt gedownload en het QNAP-besturingssysteem wordt geïnstalleerd op uw NAS. Dit proces kan enkele minuten duren.
    
    Belangrijk

    Zet het apparaat tijdens het installatieproces niet uit.

Om gegevens op de NAS op te slaan, moet u opslagpools, volumes (alleen bij QTS) en gedeelde mappen maken. Dit zijn functies die zijn ontworpen om u te helpen bij het vergemakkelijken van opslag en beheer van gegevens. U kunt de opslaginstellingen configureren in de ingebouwde applicatie Opslag en snapshots.

Een opslagpool combineert meerdere fysieke schijven tot één grote opslagruimte en kan een of meer RAID-groepen hebben. U moet minimaal één opslagpool maken. U kunt ook een RAID-type kiezen dat voldoet aan uw behoeften op het gebied van gegevensredundantie en opslagprestaties.

1. Meld u aan bij het besturingssysteem met het beheerderaccount dat tijdens de installatie is ingesteld.
2. Open Opslag & Snapshots.
3. Ga naar Opslag > Opslag/snapshots.
4. Klik op Nieuwe opslagpool.
   De Wizard opslagpool maken wordt weergegeven.
5. Optioneel: Schakel Qtier in.
   Qtier is een oplossing voor geautomatiseerde opslaglagen en verbetert de opslagprestaties. Wanneer Qtier eenmaal is ingeschakeld, kan deze optie niet meer worden uitgeschakeld. Raadpleeg de gebruikshandleiding voor het QNAP-besturingssysteem voor meer informatie.
6. Optioneel: Schakel SED-versleuteling in en maak een beveiligde SED-opslagpool.
   Een beveiligde SED-opslagpool vereist de installatie van SED's op de NAS. Raadpleeg de gebruikshandleiding voor het QNAP-besturingssysteem voor meer informatie.
7. Klik op Volgende.
8. Selecteer minimaal een schijf.
   Waarschuwing

   Alle gegevens op de geselecteerde schijven worden verwijderd.
9. Selecteer een RAID-type.
   Het systeem selecteert automatisch het meest optimale RAID-type op basis van de geselecteerde schijven. Gebruik het voorgeselecteerde RAID-type als u niet weet welke optie u moet kiezen. Raadpleeg de gebruikshandleiding voor het QNAP-besturingssysteem voor meer informatie over verschillende RAID-configuraties.
   Tip

   U kunt op elk gewenst moment extra schijven installeren.
10. Klik op Volgende.
11. Configureer indien nodig aanvullende instellingen.
12. Klik op Volgende.
13. Controleer de informatie over de opslagpool.
14. Klik op Maken.
    Er wordt een bevestigingsbericht weergegeven.
15. Klik op OK.
    Het systeem maakt de opslagpool en toont vervolgens de informatie in het scherm Opslag/snapshots.

Nadat u een nieuwe opslagpool hebt gemaakt, moet u een volume maken als u QTS als besturingssysteem gebruikt. Als u QuTS hero als besturingssysteem gebruikt, moet u een gedeelde map maken.

Een volume is een opslagruimte in QTS die wordt gemaakt op basis van een opslagpool. U kunt het gebruiken om de beschikbare opslagruimte te verdelen en beheren. U moet minimaal één volume te maken om gegevens in QTS te kunnen opslaan.

1. Maak een nieuw volume:
   1. Ga naar Opslag en snapshots > Opslag > Opslag/snapshots.
   2. Klik op Maken.
      Het venster Wizard Volume maken wordt weergegeven.
2. Selecteer Thin volume.
   Elk volumetype heeft zijn eigen voor- en nadelen.
   Raadpleeg Volumetypen in QTS in de gebruikershandleiding voor uitgebreide informatie over verschillende “volumetypen” in QTS.
3. Optioneel: Selecteer onder Locatie een andere opslagpool.
   U kunt deze stap overslaan als u slechts één opslagpool hebt gemaakt.
4. Klik op Volgende.
5. Geef onder Volume-alias een naam op voor het volume.
6. Geef onder Volumecapaciteit de capaciteit op voor het volume.
   Waarschuwing

   Wanneer u een thin volume maakt, biedt QTS u de mogelijkheid om een hogere volumecapaciteit in te stellen dan de capaciteit van de bovenliggende opslagpool. Dit wordt de ‘over-allocation’ genoemd. QNAP adviseert u echter om de volumecapaciteit lager in te stellen dan de capaciteit van de bovenliggende opslagpool om te waarborgen dat het systeem snapshots van het volume kan ophalen en op het volume kan opslaan.
7. Configureer zo nodig andere instellingen.
   Raadpleeg ‘Een thick of thin volume maken’ in de gebruikershandleiding voor QTS voor meer informatie over andere volume-instellingen.
8. Klik op Volgende.
9. Optioneel: Schakel het selectievakje Snapshotschema en snapshotretentie inschakelen uit om snapshots voor dit volume uit te schakelen.
   QNAP adviseert u om deze optie niet uit te schakelen. U kunt het snapshotschema en bewaarbeleid voor snapshots later configureren.
10. Klik op Volgende.
11. Controleer de informatie in de samenvatting.
12. Klik op Voltooien.

QTS maakt en initialiseert het volume en maakt vervolgens de optionele gedeelde map. Dit proces kan even duren.

U kunt extra gedeelde mappen maken om uw opslagruimte en gegevens verder te beheren.

In QTS wordt een gedeelde map gemaakt op een volume waarmee u uw bestanden kunt openen, beheren en delen. QTS maakt automatisch verschillende standaard gedeelde mappen voor diverse doeleinden. U kunt extra gedeelde mappen maken en de instellingen voor toegangsmachtigingen ervoor configureren om uw bestanden beter te beheren.

1. Open File Station.
   U kunt ook een gedeelde map maken in Configuratiescherm > Machtiging > Gedeelde mappen.
2. Klik in de menubalk op .
   
3. Klik op Gedeelde map. Het venster Creëer Een Gedeelde Map wordt geopend.
4. Geef een naam voor de gedeelde map op in overeenstemming met de volgende regels:
   • Ongeldige tekens: “ + = / \ : | * ? < > ; [ ] % , ` ' , niet-afbrekende spatie;
   • Het laatste teken kan geen punt (.) of spatie ( ) zijn;
   • De naam kan niet beginnen met "_sn_" of "_sn_bk".
5. Optioneel: Geef een opmerking op van maximaal 128 ASCII-tekens.
6. Geef het volume op waarop de gedeelde map moet worden gemaakt.
7. Optioneel: Codering van map inschakelen.
8. Klik op Volgende.
9. Optioneel: Geef de toegangsmachtigingen voor gebruikers op.
10. Klik op Volgende.
11. Optioneel: Configureer de eigenschappen van de gedeelde map.
12. Klik op Voltooien.
    QTS maakt de gedeelde map.

In QuTS hero is een gedeelde map een opslagruimte die is gemaakt op basis van een opslagpool, waarmee u de beschikbare opslagcapaciteit kunt verdelen en beheren. QuTS hero biedt verschillende soorten gedeelde mappen voor verschillende combinaties van prestatie en flexibiliteit. U moet minimaal één gedeelde map maken om gegevens op de NAS op te kunnen slaan.

1. Ga naar Opslag en snapshots > Opslag > Opslag/snapshots.
   U kunt ook gedeelde mappen maken in File Station of het Configuratiescherm (Machtiging > Gedeelde mappen).
2. Klik op Maken > Nieuwe gedeelde map.
   De wizard ‘Gedeelde map maken’ wordt geopend.
3. Geef een naam voor de gedeelde map op in overeenstemming met de volgende regels:
   • Ongeldige tekens: @ " + = / \ : | * ? < > ; [ ] % , ` ' niet-afbrekende spatie;
   • Het laatste teken kan geen punt (.) of spatie ( ) zijn;
   • De naam kan niet beginnen met een spatie ( ) of '_sn_'.
4. Optioneel: Selecteer een andere opslagpool.
   U kunt deze stap overslaan als u slechts één opslagpool hebt.
5. Selecteer onder Ruimtetoewijzing de optie Thin provisioning.
   Elk inrichtingstype voor gedeelde mappen heeft zijn eigen voor- en nadelen. Raadpleeg ‘Een gedeelde map maken’ in de gebruikershandleiding voor QuTS hero voor meer informatie.
6. Optioneel: Selecteer Snapshotschema en snapshotretentie inschakelen.
7. Geef onder Mapquota toewijzen de capaciteit op voor de gedeelde map.
8. Optioneel: Configureer andere instellingen.
9. Klik op Volgende.
10. Optioneel: Configureer opslaginstellingen.
11. Klik op Volgende.
12. Optioneel: Configureer toegangsmachtigingen voor gebruikers.
13. Klik op Volgende.
14. Optioneel: Configureer de eigenschappen van de gedeelde map.
15. Klik op Volgende.
16. Controleer de informatie in de samenvatting.
17. Klik op Voltooien.
    QuTS hero maakt de gedeelde map.