Hoe kan ik fouten opsporen en veelvoorkomende problemen met containers oplossen in Container Station?

Containers erven alle attributen van de broninstallatiekopie. Scan vóór implementatie de installatiekopie om veiligheidslekken, onjuiste configuratie en backdoor-bedreigingen te identificeren.

Analyseer de containerlogbestanden als de container problemen tegenkomt na implementatie om problemen vast te stellen en te verhelpen.

Controleer de vereisten voor de installatiekopie en neem de nodige stappen alvorens de container te implementeren.

Implementatie van een PostgreSQL-container met behulp van de installatiekopie postgres vereist de instelling van de omgevingsvariabele POSTGRES_PASSWORD. De container kan niet worden geïmplementeerd zonder deze variabele.

Container Station registreert de activiteiten van alle toepassingen en containers. Storingslogbestanden bieden expliciete foutmeldingen, inclusief de naam van de toepassing of container, foutcode en foutdetails.

1. Open Container Station.
2. Klik op Gebeurtenislogbestanden.
3. Lokaliseer de storingslogbestanden.

Voorbeeld 1

In dit voorbeeld registreerde het gebeurtenislogbestand een opstartfout omdat de opgegeven poorten al gebruikt werden door andere services waardoor de container niet kon worden gekoppeld met de vereiste netwerkinterfaces.

Voorbeeld 2

Het gebeurtenislogbestand registreerde een opstartfout in dit voorbeeld als gevolg van een verkeerd geconfigureerde entrypointcommando dat verhinderde dat de container het proces kon uitvoeren.

Analyseer individuele containerlogbestanden op fout- en waarschuwingsmeldingen. Container Station registreert gedetailleerde foutmeldingen, zoals ontbrekende omgevingsvariabelen, ongeldig naamgevingsindelingen, mislukt ophalen van installatiekopieën en initialisatiefouten.

1. Open Container Station.
2. Klik op Containers.
3. Selecteer een container om de detailpagina te openen.
4. Klik op Logbestanden.
5. Controleer de fout- en waarschuwingsmeldingen.

Voorbeeld 1

Het gebeurtenislogbestand registreerde een opstartfout omdat de omgevingsvariabele MYSQL_ROOT_PASSWORD niet was ingesteld vóór de implementatie van de MySQL container waardoor hij meteen na initialisatie werd afgesloten.

Voorbeeld 2

Het gebeurtenislogbestand registreerde een opstartfout omdat de Rancher container was geïmplementeerd met behulp van de rancher/rancher-installatiekopie zonder inschakeling van privileged modus. Zonder de --privileged vlag kon de container niet correct initialiseren.

Zorg ervoor dat de installatiekopie compatibel is met de processorarchitectuur en het besturingssysteem van uw QNAP-apparaat. Foutieve versies van installatiekopieën of architecturen voorkomen de uitvoering van containers.

Controleer of het installatiekopieplatform overeenkomt met de processorarchitectuur van uw QNAP-apparaat. Bevestig bij overdracht van een installatiekopie van een ander QNAP-apparaat dat beide apparaten dezelfde architectuur gebruiken.

Docker

De pagina Docker image toont een lijst van ondersteunde architecturen en besturingssystemen voor iedere installatiekopieversie. De volgende zijn algemene compatibiliteitsrichtlijnen voor Docker-installatiekopieën.

• linux/arm/v7 installatiekopieën ondersteunen 32-bit ARM-architecturen.
• linux/arm64/v8 installatiekopieën ondersteunen 64-bit ARM-architecturen.
• linux/amd64 installatiekopieën ondersteunen 64-bit x86-architecturen.

LXD

Ga naar LXD-installatiekopieserver voor informatie over compatibiliteit. Dit zijn de algemene compatibiliteitsarchitectuurrichtlijnen voor LXD-containers:

• armhf containers ondersteunen 32-bit ARM-architecturen.
• arm64 containers ondersteunen 64-bit ARM-architecturen.
• amd64 containers ondersteunen 64-bit x86-architecturen.

Incompatibele Dockercontainers registreren mogelijk een exec format error, wat duidt op een architectuurincompatibiliteit.

Bij implementatie van incompatibele LXD-containers registreert Container Station storingslogbestanden op de pagina Gebeurtenislogbestanden.

QNAP heeft de paginagrootte van het systeem van 4K aangepast naar 32K voor betere prestaties op specifieke 32-bit ARM-apparaten. Hierdoor wordt de toegang tot gebeugenbronnen mogelijk beperkt, wat segmentatiefouten veroorzaakt. Controleer vóór implementatie de containercompatibiliteit.

Zorg ervoor dat het QNAP-apparaat juist is geconfigureerd voor implementatie en orkestratie van de container.

Netwerkinstellingen controleren

1. Meld u aan bij uw QNAP-apparaat en open Netwerk & virtuele switch.
2. Selecteer Geavanceerde modus.
3. Ga naar Netwerk > Virtuele switch.
4. Indentificeer de door het containernetwerk gebruikte netwerksegmenten.
5. Ga naar Configuratiescherm > Systeem > Beveiliging > Toestaan/Weigeren-lijst.
   Opmerking

   Als QuFirewall op uw apparaat is geïnstalleerd, zorgt u ervoor dat het is ingeschakeld. Open vervolgens QuFirewall en voeg de vereiste netwerksegmenten toe aan de toestaan-lijst.
6. Zorg ervoor dat de containernetwerksegmenten toegevoegd zijn aan de toestaan-lijst.
   Belangrijk

   QNAP raadt aan om de volgende IP-bereiken toe te voegen aan de toestaan-lijst: 10.0.3.0/24, 10.0.5.0/24, 10.0.7.0/24, 172.29.0.0/22, 172.30.0.0/22. Als Kubernetes services zijn ingeschakeld, voegt u ook 10.42.0.0/24 toe (Kubernetes Pod Network CIDR).

Geavanceerde machtigingsinstellingen controleren

1. Ga naar Configuratiescherm > Bevoegdheden  > Gedeelde mappen > Geavanceerde machtigingen.
2. Schakel Geavanceerde mapmachtigingen uit.
3. Klik op Toepassen.
4. Ga naar Configuratiescherm > Bevoegdheden > Quota en controleer de gebruikerquota-instellingen.
   Opmerking

   quota-instellingen zijn alleen van toepassing als quotabeheer is ingeschakeld.
   Waarschuwing

   Controleer gebruikersquota-instellingen om ervoor te zorgen dat er geen onbedoelde quotabeperkingen zijn ingesteld. Accidentele quota-instellingen kunnen ervoor zorgen dat de container fouten meldt omwille van opslagbeperkingen.

Opslag- en netwerkconfiguratie controleren

1. Ga naar ‘Opslag en snapshots’ > ‘Opslag’ > ‘Opslag/snapshots’;
2. Controleer de beschikbare opslagcapaciteit.
   
   
   Opmerking

   controleer de schijfstatus voor opslagfouten als de status anders is dan gereed. Raadpleeg Schijfstatussen in de gebruikershandleiding voor QTS of QuTS hero.

De netwerkconfiguratie controleren

Zorg ervoor dat de netwerkinstellingen correct zijn geconfigureerd door de volgende stappen te volgen:

1. Ga naar Netwerk & virtuele switch > Netwerk > Interfaces en controleer de DNS- en gateway-instellingen.
2. Zorg ervoor dat de DHCP-server IP-adressen kan toewijzen aan containers met behulp van een virtuele switch. Raadpleeg Virtuele switch configuratie in de gebruikershandleiding voor QTS of QuTS hero.
   Opmerking

   De instelling Geen IP-adres toewijzen (voor bijzondere doeleinden, zoals de bouw van een extern netwerk of geïsoleerd netwerk) in de configuratie van de virtuele switch is bedoeld voor specifieke netwerkconfiguraties. Als u geen aangepaste netwerkinstallatie nodig hebt, wordt aangeraden om deze instelling uit te schakelen.
   Schakel ze echter in als u een extern of geïsoleerd netwerk instelt. Weet dat deze instelling de netwerkconfiguratie van de container kan beïnvloeden. Meer details vindt u in Een virtuele switch creëren in geavanceerde modus in de gebruikershandleiding voor QTS of QuTS hero.
3. Ga naar Container Station > Voorkeuren > Netwerkinstellingen en ga na of de netwerksegmenten van de container geen conflict veroorzaken met de lokale omgeving.
   Belangrijk

   Container Station gebruikt 10.0.3.0/24, 10.0.5.0/24 en 10.0.7.0/24 als standaard IP-netwerken.

Sommige installatiekopieën zijn open-source, wat gebruikers toelaat om de broncode te wijzigen. Als geen van de probleemoplossingsmethoden het probleem verhelpt, is de broninstallatiekopie mogelijk incompatibel of gecorrumpeerd. In zulke gevallen raadt QNAP aan om naar de website van de installatiekopie te gaan voor meer informatie of andere installatiekopieën van dezelfde categorie te gebruiken.

Raadpleeg de overzichtspagina van de installatiekopie voor meer informatie als de installatiekopie van de Docker registry is. De Ubuntu installatiekopie in Docker biedt bijvoorbeeld snelle referentielinks naar meer informatie.