Hoe kan ik een site-to-site VPN instellen tussen een QuWAN- en een Cisco® Meraki®-apparaat?
Toepasselijke producten
- QuWAN Orchestrator
- QuRouter 2.4.0 en recentere versies
- Cisco® Meraki®-apparaat
Details
Deze handleiding beschrijft de stappen om een site-to-site VPN-verbinding tot stand te brengen tussen een QuWAN-apparaat en een Meraki® MX64-beveiligingsapparaat. Het Cisco®-ecosysteem biedt verschillende apparaten met site-to-site VPN-functionaliteit, maar deze zelfstudie gaat specifiek over de Meraki® MX64 en is bedoeld ter demonstratie.
- QuWAN site-to-site VPN ondersteunt alleen IKEv2.
- Beide apparaten (QuWAN- en Cisco®-apparaten) moeten dezelfde configuratie-instellingen gebruiken om de VPN correct te laten functioneren.
- Uw QNAP-apparaat moet aan QuWAN Orchestrator worden toegevoegd voordat u de site-to-site VPN kunt configureren. Raadpleeg de helpinformatie voor QuWAN en QuWAN Orchestrator voor het toevoegen van uw apparaat: Configuratie | Hulp bij QuWAN en QuWAN Orchestrator (qnap.com)
De implementatie van een site-to-site VPN zorgt voor extra complexiteit in uw netwerk. Zorg ervoor dat u de beveiligingsimplicaties begrijpt voordat u deze optie inschakelt.
Procedure
Configuratie van site-to-site VPN op het Cisco® Meraki®-apparaat
- Meld u aan bij de configuratie-interface van de Meraki® MX64.
- Ga naar de pagina Beveiliging en SD-WAN > Configureren > Site-to-site VPN.
- Klik onder VPN-peers niet van Meraki op Een peer toevoegen en voer de volgende informatie in:
- Voer een beschrijvende naam in (bijv. ‘QuWAN Site-to-Site VPN’)
- Selecteer IKEv2 als de IKE-versie.
- Klik op Standaard onder IPsec-beleid en configureer het volgende:
Instelling Gebruikersactie Voorbeeldwaarde Fase 1 Versleuteling Selecteer een versleutelingsmethode. AES-128 Verificatie Selecteer de hash-functie. SHA-256 Pseudo-random Function (PRF) Selecteer de hash-PRF. SHA-256 Diffie-Hellman-groep Geef de DH-groep op. 14 Levensduur Geef de levensduur van de verbinding op (in seconden). 28800 Fase 2 Versleuteling Selecteer de versleutelingsmethode. AES-128 Verificatie Selecteer de hash-functie. SHA-256 PFS-groep Geef de PFS-groep op. 14 Levensduur (in seconden) Geef de levensduur van de gegevensoverdracht op (in seconden). 3600 
- Voer de volgende informatie in voor de externe gateway:
- Openbaar IP-adres of hostnaam van het externe QuWAN-apparaat.
- Geef de interne subnetten van de externe locatie op.
- Voer een sterke vooraf gedeelde geheime sleutel in en configureer dezelfde sleutel op de externe gateway.
- Klik op Opslaan.
MX64 past de configuratie toe.
Site-to-site VPN-configuratie in QuWAN Orchestrator
- Meld u aan bij QuWAN Orchestrator met uw QNAP-ID.
- Selecteer uw organisatie.
- Ga naar QuWAN-topologie > VPN op basis van route.
- Klik op Nieuwe verbinding maken.
Het venster Nieuwe verbinding maken wordt weergegeven. - Configureer de verbindingsinstellingen voor de VPN op basis van route.
Instelling Beschrijving Verbindingsnaam Wijs een beschrijvende naam toe (bijv. ‘Meraki Site-to-Site VPN’). IPsec-modus Selecteer Tunnelmodus. Hub Wijs de juiste hub aan voor de verbinding. WAN-interface Voer de gewenste WAN-interface in. IP-adres of hostnaam van externe bestemming Geef het openbare IP-adres of de hostnaam op van het externe gateway-apparaat. Verbinding testen (optioneel) Klik op de knop om het IP-adres/de hostnaam te pingen om de verbinding te bevestigen. Vooraf gedeelde sleutel Stel een sterke vooraf gedeelde sleutel in en zorg voor identieke configuratie op de externe gateway. - Configureer de uitgebreide verbindingsinstellingen voor de VPN op basis van route.
Instelling Gebruikersactie Voorbeeldwaarde 'Internet Key Exchange' (IKE) Versie Selecteer IKEv2. - Verificatie-algoritme Selecteer een robuust verificatie-algoritme. AES-128 Versleuteling Selecteer een sterke versleutelingsmethode. AES-128 DH-groep Selecteer een veilige DH-groep. 14 Levensduur van 'Security Association' (SA) Definieer de duur van de IKE Security Association (SA) om cryptografische risico's in verband met blootstelling aan sleutels te verminderen. 480 Lokale ID (optioneel) Als er een ‘Dynamic DNS’-service (DDNS) moet worden gebruikt voor de VPN-verbinding op basis van route, moet de lokale ID worden verstrekt. - 'Encapsulating Security Payload' (ESP) Verificatie-algoritme Selecteer een verificatie-algoritme. SHA-256 Versleuteling Selecteer een versleutelingsmethode. AES-128 'Perfect Forward Secrecy' (PFS) inschakelen Schakel het selectievakje in om een nieuwe DH-sleutel te genereren. - DH-groep Geef een veilige DH-groep op. 14 Levensduur van 'Security Association' (SA) Geef de levensduur van de SA op. 60 minuten 'Dead Peer Detection' (DPD) inschakelen Schakel het selectievakje in om peer-apparaten te identificeren en te reageren op storingen. - DPD-time-out Geef de waarde voor de DPD-time-out op. 10 seconden - Schakel het selectievakje naast NAT-modus inschakelen in om ervoor te zorgen dat de VPN-verbinding correct werkt, zelfs wanneer er NAT-apparaten in het netwerk aanwezig zijn.
- Geef het lokale IP-adres van de tunnel op om NAT-verkeer te ondersteunen.
- Klik onder Locatiesubnets op Subnet toevoegen en definieer het interne subnet van het externe netwerk waartoe u toegang wilt hebben.
- Klik op Opslaan.
Als de VPN-verbinding op basis van route is geslaagd, wordt in het veld Status de status Verbonden weergegeven.
