HybridMount


Laatst gewijzigd op: 2020-12-26

Over HybridMount

HybridMount is een toepassing van QNAP die toegang met lage latentie tot cloudopslag mogelijk maakt door openbare clouddiensten en externe apparaten op afstand te koppelen. Met HybridMount kunt u tevens caching gebruiken voor clouddiensten.


Aan de slag

  1. Installeer HybridMount op uw NAS.

    Raadpleeg HybridMount installeren voor meer informatie.

  2. Maak een externe koppeling.

    Raadpleeg de volgende onderwerpen voor meer informatie:

Installatie

Beschikbaarheid en vereisten

  • HybridMount is beschikbaar in het app-center van QNAP.

  • HybridMount wordt uitgevoerd op NAS-apparaten van QNAP met minimaal QTS-versie 4.4.1.

  • Er is minimaal 20 GB opslagruimte vereist om cacheruimte te maken voor HybridMount.

HybridMount installeren

Belangrijk:

Zorg dat er een systeemvolume op de NAS is geconfigureerd voordat u HybridMount installeert. Raadpleeg het hoofdstuk over volumes in de gebruikshandleiding voor QTS voor meer informatie.

  1. Meld u bij QTS aan als beheerder.
  2. Ga naar het app-center en klik vervolgens op .

    Er wordt een zoekvenster weergegeven.

  3. TypeHybridMount, en druk vervolgens opENTER.

    De toepassing HybridMount zal in de zoekresultaten worden weergegeven.

  4. Klik op Installeren.

    Het venster Installeren wordt weergegeven.

  5. Selecteer het volume waarop u HybridMount wilt installeren.
  6. Klik op Oké.

    QTS installeert HybridMount.

Overzicht

Het scherm Overzicht toont het aantal gebruikte en totale aantal gelicentieerde verbindingen, informatie over de cacheruimte en informatie over gekoppelde clouddiensten en externe apparaten. Op dit scherm kunt u licenties kopen, een gateway naar een bestandscloud maken of een netwerkstation koppelen.

NB:

U moet een externe koppeling via de gateway naar de bestandscloud maken om caching te gebruiken voor gekoppelde clouddiensten.

Koppelingsmodi

HybridMount biedt twee koppelingsmodi om u te helpen bij het maken van een hybride cloudomgeving op uw NAS.

Modus

Beschrijving

Gateway naar bestandscloud

Met de modus ‘Gateway naar bestandscloud’ kunt u clouddiensten koppelen en toegang tot hun gegevens krijgen in File Station via protocollen zoals SMB, NFS, WebDAV en FTP.

Met de modus Gateway naar bestandscloud kunt u ook caching voor gekoppelde clouddiensten gebruiken door een thick cacheruimte te maken.

NB:

HybridMount staat alleen het maken van thick cacheruimten toe.

Raadpleeg, voor meer informatie over het koppelen van clouddiensten met behulp van de gateway naar de bestandscloud, Een clouddienst koppelen met behulp van de gateway naar de bestandscloud.

Gekoppeld netwerkstation

Met de modus ‘Gekoppeld netwerkstation’ kunt u clouddiensten en externe apparaten koppelen en toegang tot hun gegevens krijgen in File Station.

Raadpleeg Een extern apparaat koppelen voor meer informatie over het koppelen van externe apparaten.

Koppelingsbeheer

Het scherm Koppelingen beheren toont alle gekoppelde clouddiensten en externe apparaten en biedt toegang tot configuratieopties.

Cloudservices

In het scherm Clouddiensten kunt u alle verbindingen met clouddiensten weergeven. U kunt in dit scherm verbindingen in- of uitschakelen, de verbindingssnelheid testen, informatie over de verbinding weergeven, de lijst met bestanden in het cachegeheugen voor de verbinding bijwerken, de verbindingsinstellingen bewerken of een verbinding verwijderen.

HybridMount ondersteunt het koppelen van de volgende clouddiensten:

  • Alibaba Cloud OSS

  • Amazon Drive

  • Amazon S3

  • Azure-opslag

  • Backblaze B2

  • Box

  • Catalyst Cloud

  • Cynny Space

  • DigitalOcean

  • DreamObjects

  • Dropbox

  • Google Cloud-opslag

  • Google Drive

  • hicloud S3

  • HiDrive

  • HKT

  • Huawei Cloud OBS

  • IBM Cloud

  • luckycloud S3

  • Microsoft OneDrive

  • OneDrive voor Bedrijven

  • Oracle Cloud

  • Qcloud IT

  • Qiniu

  • Rackspace

  • S3-compatibel

  • SharePoint

  • Swift

  • Wasabi

  • WebDav Cloud/Server

  • Yandex Disk

Een clouddienst koppelen met behulp van de gateway naar de bestandscloud

Met de modus ‘Gateway naar bestandscloud’ kunt u clouddiensten koppelen en caching gebruiken door een thick cacheruimte te maken.

Belangrijk:
  • Voor elke verbinding waarbij gebruik wordt gemaakt van caching is één HybridMount-licentie vereist. HybridMount biedt twee gratis licenties. U kunt extra licenties kopen in het Licentiecentrum.

  • Als u caching gebruikt, hebben QTS en andere toepassingen toegang tot bestanden in de cloudopslag. Deze bestanden zullen worden gedownload naar de cacheruimte op het apparaat. Afhankelijk van de aanbieder van uw clouddienst kunnen er extra kosten voor gegevensoverdrachten in rekening worden gebracht.

  1. Open HybridMount.
  2. Klik op Koppeling op afstand maken.

    Er verschijnt een dialoogvenster.

  3. Klik op Gateway naar bestandscloud maken.

    De wizard Gateway naar bestandscloud wordt weergegeven.

    Tip:

    Als er geen bestaande gateway naar een bestandscloud is, kunt u ook in het scherm Overzicht op de knop Gateway naar bestandscloud maken onder Cacheruimte klikken om dit venster te openen.

  4. Selecteer een clouddienst;
  5. Configureer de geselecteerde clouddienst;
    Belangrijk:

    Afhankelijk van de geselecteerde aanbieder van de clouddienst moet u zich mogelijk aanmelden of identificeren of moet u instellingen configureren via een externe interface.

  6. Geef een naam van 1 tot 64 tekens op voor de verbinding.
  7. Kies een bestemmingsmap.
    • Alle mappen: Selecteer alle mappen

    • Eén map: Selecteer één map

    • Meerdere mappen: Selecteer meerdere mappen

  8. Selecteer een uploadbeleid.

    Beleid

    Beschrijving

    Controleer op conflicten en hernoem lokale bestanden

    Voordat er bestanden worden geüpload, controleert HybridMount of er bestanden in de cloud zijn gewijzigd door andere gebruikers. Als er bestanden zijn gewijzigd, verandert HybridMount de naam van de lokale versies van de gewijzigde bestanden voordat ze worden geüpload, zodat belangrijke aanpassingen niet worden overschreven in de cloud.

    Belangrijk:
    • Als u deze optie selecteert, kan dat gevolgen hebben voor de updatesnelheid.

    • U moet mogelijk extra kosten betalen als u bestanden in de cloud controleert.

    Update bestanden zonder controle

    HybridMount overschrijft bestaande bestanden in de cloud zonder te controleren of ze zijn gewijzigd.

    Deze optie wordt aanbevolen als geen andere gebruiker toegang heeft tot het account van deze clouddienst. Het selecteren van deze optie leidt tot maximale efficiëntie.

  9. Optioneel: het updateschema voor de bestandslijst configureren.

    Met deze optie kunt u een schema instellen om de lijst met bestanden in het cachegeheugen automatisch bij te werken.

    NB:

    Deze optie is niet beschikbaar voor sommige clouddiensten.

    1. Selecteer Geplande updates inschakelen voor bestandsoverzichten.
      NB:

      Als geplande updates zijn uitgeschakeld wanneer de bestandslijst wordt gemaakt, zal HybridMount deze eenmalig bijwerken. U kunt de bestandslijst handmatig bijwerken onder Koppelingen beheren.

    2. Selecteer de frequentie, dagen en periode.
  10. Optioneel: Schakel Proxy-instellingen van systeem gebruiken in;
  11. Klik op Volgende.
  12. Maak een cacheruimte.
    1. Selecteer een opslagpool voor de cacheruimte.
    2. Geef de capaciteit op voor de cacheruimte.
    3. Klik en versleep de schuifbalken om de verhouding van toegewezen cacheruimte te wijzigen.
      • Maximale gereserveerde cacheruimte: de maximaal beschikbare ruimte voor gereserveerde cacheruimte. De gereserveerde cacheruimte is speciale cacheruimte voor bestanden met hoge prioriteit, die altijd in de lokale cacheruimte worden bewaard.

      • Maximale schrijfcache: de maximaal beschikbare ruimte voor de schrijfcache

      • Minimale leescache: de minimaal beschikbare ruimte voor de leescache

  13. Selecteer een instelling voor automatisch downloaden.
    • Alle recent bewerkte bestanden vooraf downloaden: Alle recent bewerkte bestanden automatisch downloaden

    • Alle nieuwe versies downloaden die in het lokale cachegeheugen zijn opgeslagen: Alleen gewijzigde versies van bestaande bestanden in het lokale cachegeheugen automatisch downloaden

    • Automatisch downloaden uitschakelen (bestanden zullen alleen gedownload nadat ze zijn geopend): Bestanden worden niet automatisch gedownload

  14. Klik op Maken.

    Er wordt een samenvatting van het aanmaakproces weergegeven.

  15. Klik op Sluiten.
    Tip:

    Klik op Meer maken om extra clouddiensten of externe apparaten te koppelen.

  16. Klik op Sluiten.

De gekoppelde clouddienst wordt in HybridMount in het scherm Clouddiensten en in File Station als een gedeelde map weergegeven.

Cloudopslag die is gekoppeld via de modus ‘Gateway naar bestandscloud’ wordt beschouwd als gedeelde mappen; u kunt instellingen voor gedeelde mappen bewerken in het configuratiescherm.

Acties voor de gateway naar de bestandscloud

U kunt in het scherm Koppelingen beheren > Clouddiensten de volgende acties uitvoeren voor de gateway naar de bestandscloud.

Actie

Stappen

Maak opnieuw verbinding met een gekoppelde clouddienst

Klik op .

Belangrijk:

Afhankelijk van de geselecteerde aanbieder van de clouddienst moet u zich mogelijk aanmelden of identificeren of moet u instellingen configureren via een externe interface.

Informatie over de cacheruimte weergeven

Klik op .

Het venster Cacheruimte wordt weergegeven.

Het venster Cacheruimte geeft de realtimestatus van de cacheruimte weer: de locatie, totale capaciteit, toegewezen lees- en schrijfcache en gereserveerde cache en vrije ruimte. Ook toont het scherm het percentage van gebruikte opslagruimte in de afgelopen zeven dagen.

Tip:

Klik op Cacheruimte beheren om de gegevens over de cacheruimte weer te geven in Opslag en snapshots.

Uitgebreide cache-instellingen configureren

  1. Klik op .

    Het venster Cacheruimte wordt weergegeven.

  2. Klik op Uitgebreide cache-instellingen.

  3. Klik op de schuifregelaars en verplaats deze om de verhouding te wijzigen van cacheruimte die is toegewezen aan Maximale gereserveerde cacheruimte, Maximale schrijfcache en Minimale leescache.

  4. Optioneel: Selecteer Instelling voor automatisch downloaden.

  5. Klik op Toepassen.

Informatie over de verbinding weergeven

  1. Klik op Meer.

  2. Selecteer Informatie.

    De informatie over de verbinding wordt weergegeven.

De lijst met gecachete bestanden voor de verbinding bijwerken

  1. Klik op Meer.

  2. Selecteer Nu bijwerken.

NB:

Deze optie is alleen beschikbaar voor verbindingen met objectcloudopslag.

Verbindingsinstellingen bewerken

  1. Klik op Meer.

  2. Selecteer Bewerken.

    Het venster Koppeling bewerken wordt weergegeven.

  3. Wijzig de instellingen.

  4. Klik op Toepassen.

Informatie over de bestandsupload weergeven

  1. Klik op Meer.

  2. Selecteer Uploads.

    Het venster Uploads wordt weergegeven.

    In dit venster kunt u de uploadstatus van elk bestand en de lijst met uploadfouten weergeven.

NB:

Deze optie is alleen beschikbaar voor clouddiensten die zijn gekoppeld via de modus Gateway naar bestandscloud.

Een snelheidstest uitvoeren

  1. Klik op Meer.

  2. Selecteer Snelheidstest.

    Het venster Snelheidstest wordt weergegeven.

  3. Klik op Snelheidstest.

    Het systeem voert een snelheidstest uit en geeft de resultaten weer.

    Tip:

    Klik opnieuw op Snelheidstest om een nieuwe snelheidstest uit te voeren.

  4. Klik op Sluiten.

Prioriteitsinstellingen voor de cache wijzigen

  1. Klik op Meer.

  2. Selecteer Cacheprioriteit.

    Het venster Cacheprioriteit wordt weergegeven.

  3. Configureer de prioriteit van mappen die in het cachegeheugen zijn opgeslagen. Door de prioriteit van onregelmatig gebruikte mappen te verlagen, kan het cachevolume efficiënter worden gebruikt.

    1. Klik op een map die in het cachegeheugen is opgeslagen.

    2. Selecteer een prioriteit:

      • Altijd in gereserveerde cache bewaren: bestanden worden altijd bewaard in het lokale cachegeheugen.

      • Normaal: bestanden die het minst worden gebruikt, worden als eerste verwijderd.

      • Lage prioriteit: deze bestanden worden als eerste verwijderd.

  4. Klik op Toepassen.

Machtigingen wijzigen voor de map die in het cachegeheugen is opgeslagen

  1. Klik op Meer.

  2. Selecteer Machtiging voor bestandsshare.

    Het venster Machtigingen voor gedeelde mappen bewerken verschijnt in Configuratiescherm > Machtigingen > Gedeelde mappen.

  3. Wijzig de machtigingen voor de map.

  4. Klik op Toepassen.

    Er wordt een bevestigingsbericht weergegeven.

  5. Klik op Ja.

Schakel over naar de modus ‘Gekoppeld netwerkstation’

Door over te schakelen naar de modus ‘Gekoppeld netwerkstation’ kunt u de cache voor de verbinding verwijderen.

Waarschuwing:

Als het cachegeheugen wordt verwijderd, worden alle gecachete gegevens verwijderd.

  1. Klik op Meer.

  2. Klik op Overschakelen naar de modus ‘Gekoppeld netwerkstation’.

    Er wordt een bevestigingsbericht weergegeven.

  3. Klik op Oké.

De verbinding verwijderen

  1. Klik op Meer.

  2. Selecteer Verwijderen.

    Er wordt een bevestigingsbericht weergegeven.

  3. Klik op Ja.

Een clouddienst koppelen met behulp van een gekoppeld netwerkstation

  1. Open HybridMount.
  2. Klik op Koppeling op afstand maken.

    Er verschijnt een dialoogvenster.

  3. Klik op Gekoppeld netwerkstation maken.

    De wizard Netwerkstation koppelen.

  4. Selecteer Clouddiensten.
  5. Selecteer een clouddienst;
  6. Configureer de geselecteerde clouddienst;
    Belangrijk:

    Afhankelijk van de geselecteerde aanbieder van de clouddienst moet u zich mogelijk aanmelden of identificeren of moet u instellingen configureren via een externe interface.

  7. Geef een naam van 1 tot 64 tekens op voor de verbinding.
  8. Klik op Maken.

    Er wordt een samenvatting van het aanmaakproces weergegeven.

  9. Klik op Sluiten.
    Tip:

    Klik op Meer maken om extra clouddiensten of externe apparaten te koppelen.

De gekoppelde clouddienst wordt in HybridMount in het scherm Clouddiensten en in File Station als een netwerkstation weergegeven.

Acties voor gekoppeld netwerkstation

U kunt in het scherm Koppelingen beheren > Clouddiensten de volgende acties uitvoeren voor gekoppelde netwerkstations.

Actie

Stappen

Informatie over de verbinding weergeven

  1. Klik op Meer.

  2. Selecteer Informatie.

    De informatie over de verbinding wordt weergegeven.

Verbindingsinstellingen bewerken

  1. Klik op Meer.

  2. Selecteer Bewerken.

    Het venster Koppeling bewerken wordt weergegeven.

  3. Wijzig de instellingen.

  4. Klik op Toepassen.

Een snelheidstest uitvoeren

  1. Klik op Meer.

  2. Selecteer Snelheidstest.

    Het venster Snelheidstest wordt weergegeven.

  3. Klik op Snelheidstest.

    Het systeem voert een snelheidstest uit en geeft de resultaten weer.

    Tip:

    Klik opnieuw op Snelheidstest om een nieuwe snelheidstest uit te voeren.

  4. Klik op Sluiten.

Overschakelen naar de modus 'Gateway naar bestandscloud'

Als u overschakelt naar de modus Gateway naar bestandscloud kunt u een cacheruimte maken en gebruiken voor de verbinding.

Belangrijk:
  • Voor elke verbinding waarbij gebruik wordt gemaakt van caching is één HybridMount-licentie vereist. HybridMount biedt twee gratis licenties. U kunt extra licenties kopen in het Licentiecentrum.

  • Als u caching gebruikt, hebben QTS en andere toepassingen toegang tot bestanden in de cloudopslag. Deze bestanden zullen worden gedownload naar de cacheruimte op de NAS. Afhankelijk van de aanbieder van uw clouddienst kunnen er extra kosten voor gegevensoverdrachten in rekening worden gebracht.

Waarschuwing:

Als u de modus wijzigt, zal de verbinding tijdelijk worden ontkoppeld en daarna opnieuw tot stand worden gebracht. Hierdoor kunnen actieve processen mogelijk mislukken.

  1. Klik op Meer.

  2. Klik op Overschakelen naar de modus Gateway naar bestandscloud.

    Er wordt een bevestigingsbericht weergegeven.

  3. Klik op Bevestigen.

  4. De wizard Gateway naar bestandscloud wordt weergegeven.

  5. Optioneel: wijzig het uploadbeleid voor de clouddienst.

    • Controleer op conflicten en hernoem lokale bestanden: Voordat er bestanden worden geüpload, controleert HybridMount of er bestanden in de cloud zijn gewijzigd door andere gebruikers. Als er bestanden zijn gewijzigd, verandert HybridMount de naam van de lokale versies van de gewijzigde bestanden voordat ze worden geüpload, zodat belangrijke aanpassingen niet worden overschreven in de cloud.

      Belangrijk:
      • Als u deze optie selecteert, kan dat gevolgen hebben voor de updatesnelheid.

      • U moet mogelijk extra kosten betalen als u bestanden in de cloud controleert.

    • Update bestanden zonder controle: HybridMount overschrijft bestaande bestanden in de cloud zonder te controleren of ze zijn gewijzigd.

      Deze optie wordt aanbevolen als geen andere gebruiker toegang heeft tot het account van deze clouddienst. Het selecteren van deze optie leidt tot maximale efficiëntie.

  6. Optioneel: het updateschema voor de bestandslijst configureren.

    Met deze optie kunt u een schema instellen om de lijst met bestanden in het cachegeheugen automatisch bij te werken.

    NB:

    Deze optie is niet beschikbaar voor sommige clouddiensten.

    1. Selecteer Geplande updates inschakelen voor bestandsoverzichten.

      NB:

      Als geplande updates zijn uitgeschakeld wanneer de bestandslijst wordt gemaakt, zal HybridMount deze eenmalig bijwerken. U kunt de bestandslijst handmatig bijwerken onder Koppelingen beheren.

    2. Selecteer de frequentie, dagen en periode.

  7. Klik op Volgende.

  8. Maak een cacheruimte.

    1. Selecteer een opslagpool voor de cacheruimte.

    2. Geef de capaciteit op voor de cacheruimte.

      Het type Cacheruimte bepaalt de maximale capaciteit van de cacheruimte.

    3. Klik en versleep de schuifbalken om de verhouding van toegewezen cacheruimte te wijzigen.

      • Maximale gereserveerde cacheruimte: de maximaal beschikbare ruimte voor gereserveerde cacheruimte. De gereserveerde cacheruimte is speciale cacheruimte voor bestanden met hoge prioriteit, die altijd in de lokale cacheruimte worden bewaard.

      • Maximale schrijfcache: de maximaal beschikbare ruimte voor de schrijfcache

      • Minimale leescache: de minimaal beschikbare ruimte voor de leescache

  9. Klik op Toepassen.

    De gekoppelde clouddienst wordt in HybridMount in het scherm Clouddiensten en in File Station als een gedeelde map weergegeven.

    Cloudopslag die is gekoppeld via de modus ‘Gekoppeld netwerkstation’ wordt beschouwd als gedeelde mappen; u kunt instellingen voor gedeelde mappen bewerken in het configuratiescherm.

De verbinding verwijderen

  1. Klik op Meer.

  2. Selecteer Verwijderen.

    Er wordt een bevestigingsbericht weergegeven.

  3. Klik op Ja.

Cachestatus

U kunt in het scherm Koppelingen beheren > Clouddiensten de cachestatus voor elke verbinding met de gateway naar de bestandscloud controleren.

Status:

Beschrijving

De lijst met bestanden in het cachegeheugen is up-to-date.

HybridMount werkt de lijst met bestanden in het cachegeheugen bij.

Er is een fout opgetreden tijdens het bijwerken van de lijst met bestanden in het cachegeheugen.

Externe apparaten

In het scherm Externe apparaten kunt u alle verbindingen met externe apparaten weergeven. In dit scherm kunt u verbindingen per eigenaar weergeven, de verbindingen in- of uitschakelen, de status, de hostnaam of het IP-adres en andere informatie voor de verbinding weergeven, de verbindingsinstellingen bewerken of een verbinding verwijderen.

Een extern apparaat koppelen

  1. Open HybridMount.
  2. Klik op Koppeling op afstand maken.

    Er verschijnt een dialoogvenster.

  3. Klik op Gekoppeld netwerkstation maken.

    Het venster wizard ‘Netwerkstation koppelen’.

  4. Selecteer Externe apparaten

    De instellingen voor het externe apparaat worden weergegeven.

  5. Voer een van de volgende acties uit.

    Actie

    Stappen

    Geef het apparaat handmatig op

    Geef het IP-adres, de hostnaam of de webDAV-URL voor het apparaat op.

    Selecteer een apparaat

    1. Selecteer een extern apparaat in de tabel.

      Tip:

      Klik op om de lijst met apparaten te vernieuwen.

    2. Geef de naam van het account op.

    3. Geef het wachtwoord op.

    4. Klik op Verbinding maken.

    Tip:

    Klik op Host wijzigen om een ander extern apparaat op te geven.

  6. Selecteer een protocol.

    Protocol

    Beschrijving

    Acties door gebruiker

    CIFS/SMB

    Microsoft Networking (CIFS/SMB) ondersteunt online streaming en miniatuurweergave. Er kan één map worden gekoppeld via uw lokale netwerk of als de NAS verbinding maakt met een VPN-service.

    1. Geef de naam van het account op.

    2. Geef het wachtwoord op.

    3. Geef de doelmap op.

    4. Geef de naam voor de verbinding.

    5. Selecteer Ondersteuning voor het afspelen van multimedia en miniatuurweergave.

      NB:
      • Het systeem zal miniatuurweergaven op de externe apparaten genereren en opbergruimte toewijzen.

      • Als het extern apparaat een NAS van QNAP is, moet deze minimaal over QTS 4.2 beschikken.

    6. Optioneel: Schakel Toegang tot deze gekoppelde map delen

    FTP

    Met FTP kunt u externe mappen aan uw NAS koppelen, zodat u gemakkelijker toegang hebt tot externe gegevens. U kunt de FTP-hoofdmap of een specifieke submap in de FTP-hoofdmap koppelen.

    1. Selecteer een optie voor tekencodering.

    2. Geef het poortnummer op.

    3. Geef de naam van het account op.

    4. Geef het wachtwoord op.

    5. Kies de bestemmingsmap.

    6. Geef een naam voor de verbinding.

    SFTP

    Met SFTP kunt u externe mappen aan uw NAS koppelen, zodat u veilige toegang hebt via SSH tot externe gegevens.

    1. Geef het poortnummer op.

    2. Geef de naam van het account op.

    3. Geef het wachtwoord op.

    4. Kies de bestemmingsmap.

    5. Geef een naam voor de verbinding.

    WebDAV

    Het openen van bestanden via WebDAV gebeurt op dezelfde manier als het downloaden van bestanden vanaf een webpagina. Beide methoden gebruiken dezelfde tunnel. Hierdoor kan één map worden gekoppeld via uw lokale netwerk of via internet. WebDAV gebruikt het HTTP-protocol en dezelfde HTTP-poort.

    1. Geef het poortnummer op.

    2. Geef de naam van het account op.

    3. Geef het wachtwoord op.

    4. Kies de bestemmingsmap.

    5. Geef een naam voor de verbinding.

    NFS

    Met NFS (‘Network File System') hebt u toegang tot bestanden op een extern apparaat alsof het lokale bestanden zijn.

    1. Geef de doelmap op.

    2. Geef de naam voor de verbinding.

    3. Optioneel: Schakel Toegang tot deze gekoppelde map delen
  7. Optioneel: selecteer Automatisch verbinding proberen te maken met andere IP-adressen van het apparaat als de verbinding is verbroken.
    NB:

    Deze optie is alleen beschikbaar als u een apparaat in de lijst selecteert.

  8. Klik op Maken.

    Er wordt een samenvatting van het aanmaakproces weergegeven.

  9. Klik op Sluiten.
    NB:

    Klik op Meer maken om extra externe apparaten te koppelen.

Het gekoppelde apparaat wordt in HybridMount in het scherm Externe apparaten en in File Station als een netwerkstation weergegeven.

Acties voor externe apparaten

U kunt een van de volgende acties uitvoeren in het scherm Koppelingen beheren > Externe apparaten.

Actie

Stappen

Informatie over de verbinding weergeven

  1. Klik op Meer.

  2. Selecteer Informatie.

    De informatie over de verbinding wordt weergegeven.

De verbinding bewerken

  1. Klik op Meer.

  2. Selecteer Bewerken.

    Het venster Koppeling bewerken wordt weergegeven.

  3. Wijzig de instellingen.

  4. Klik op Toepassen.

Toegang tot gedeelde mappen inschakelen

  1. Klik op Meer.

  2. Selecteer Toegang tot gedeelde mappen inschakelen.

NB:

Deze optie is alleen beschikbaar voor CIFS-/SMB- en NFS-verbindingen.

Toegang tot gedeelde mappen uitschakelen

  1. Klik op Meer.

  2. Selecteer Toegang tot gedeelde mappen uitschakelen.

NB:

Deze optie is alleen beschikbaar voor CIFS-/SMB- en NFS-verbindingen.

De verbinding verwijderen

  1. Klik op Meer.

  2. Selecteer Verwijderen.

    Er wordt een bevestigingsbericht weergegeven.

  3. Klik op Ja.

Een verbinding in- of uitschakelen

  1. Open HybridMount.
  2. Ga naar Koppelingen beheren.
  3. Klik op Clouddiensten of Externe apparaten.
  4. Zoek onder Naam van verbinding de verbinding die u wilt in- of uitschakelen;
  5. Klik op de schuifregelaar.

Verbinding Status

U kunt de status voor elke verbinding controleren in het scherm Koppelingen beheren.

Status:

Beschrijving

Uitgeschakeld

De verbinding is uitgeschakeld.

mislukt

HybridMount kon geen verbinding maken met het externe apparaat of de clouddienst.

Ongeldig

Er is een fout in de verbindingsconfiguratie; het apparaat moet opnieuw worden gekoppeld.

Gekoppeld

De clouddienst of het externe apparaat is gekoppeld en klaar voor gebruik.

Bezig met koppelen

HybridMount heeft de verbinding gemaakt en koppelt deze nu.

Logboeken

Type logbestand

Beschrijving

Logbestanden voor koppeling

Deze logbestanden bevatten een overzicht van alle externe apparaten en clouddiensten die met succes zijn gekoppeld. U kunt in het scherm Logbestanden voor koppeling de 200 meest recente logbestanden per eigenaar weergeven en verwijderen. U kunt apparaten of clouddiensten ook opnieuw koppelen.

Logbestanden voor snelheidstests

Deze logbestanden bevatten het overzicht van alle snelheidstests die zijn uitgevoerd voor elke gekoppelde verbinding. U kunt in het scherm Logbestanden voor snelheidstests de 50 meest recente logbestanden per eigenaar en verbinding weergeven of verwijderen.

Gebeurtenislogbestanden

Deze logbestanden bevatten een overzicht van alle gebeurtenissen met betrekking tot het cachegeheugen. U kunt in het scherm Gebeurtenislogbestanden logbestanden weergeven op basis van prioriteit of logbestanden zoeken aan de hand van trefwoorden.

U kunt ook berichtinstellingen configureren. Raadpleeg het hoofdstuk over het meldingencentrum in de gebruikshandleiding voor QTS voor meer informatie.

Licenties

In het venster Licenties kunt u licentiegegevens weergeven.

Klik op Licentie kopen om HybridMount-licenties te kopen. U wordt doorgestuurd naar de softwarewinkel in QNAP, waar u licenties kunt bekijken en kopen.

Machtigingen

In het scherm Machtigingen kunt u de toegangsmachtigingen voor HybridMount wijzigen.

Toegangsmachtigingen voor HybridMount wijzigen

  1. Open HybridMount.
  2. Klik op Machtigingen.
  3. Selecteer een optie.

    Optie

    Beschrijving

    Administrator

    Alleen de beheerder heeft toegang tot HybridMount.

    Beheerdersgroep

    Alleen leden van de beheerdersgroep hebben toegang tot HybridMount.

    Specifieke gebruikers

    Alleen opgegeven gebruikers hebben toegang tot HybridMount.

    1. Selecteer lokale gebruikers of domeingebruikers.

    2. Selecteer de gebruikers.

  4. Klik op Toepassen.

Was dit artikel nuttig?

31% van de mensen vond dit nuttig
Bedankt voor uw feedback.

Vertel ons a.u.b. hoe we dit artikel kunnen verbeteren.

Hieronder kunt u eventuele aanvullende feedback toevoegen.

Kies specificatie

      Toon meer Minder

      Deze website in andere landen/regio's:

      open menu
      back to top