Hoe uw Netwerk & virtuele switch gebruiken en opzetten?


Laatst gewijzigd op: 2024-05-27

Over Netwerk en virtuele switch

Netwerk en virtuele switch is een hulpprogramma in QTS waar u centraal netwerkverbindingen kunt maken, configureren en beheren. Netwerk en virtuele switch beheert ook fysieke netwerkaansluitingen, virtuele adapters, wifi en Thunderbolt-verbindingen, naast het aansturen van DHCP-, DDNS- en gatewayservices.

Eenvoudige en uitgebreide modus

Netwerk en virtuele switch heeft twee verschillende gebruiksmodi. Schakel tussen deze modi door in het menu van Netwerk en virtuele switch op Eenvoudig of Uitgebreid te klikken.

ModusBeschrijving

Basis

Deze modus is geschikt voor de meeste gebruikers en vereist minimale configuratie van netwerkinstellingen.

  • De functies voor virtuele switch zijn uitgeschakeld.

  • De functies voor Statische Route zijn uitgeschakeld.

geavanceerd

Deze modus is vooral geschikt voor beheerders die meer controle willen over de configuratie van netwerkinstellingen.

  • De functies voor virtuele switch zijn ingeschakeld.

  • De functies voor Statische Route zijn ingeschakeld.

Overzicht

Dit scherm bevat een algemeen overzicht van de netwerktopologie, het IP-adres, de status en gebruiksinformatie voor elk apparaat in het netwerk.

Interfaces

Dit scherm biedt toegang tot basisnetwerkinstellingen en maakt het mogelijk om fysieke adapters te configureren. Dit scherm bevat ook instellingen met betrekking tot IPv4, IPv6, DNS, port trunking, VLAN, Thunderbolt, USB QuickAccess en wifi.

IP-adres

IPv4-instellingen configureren

  1. Ga naar Configuratiescherm > Netwerk en virtuele switch.

    Het venster Netwerk en virtuele switch wordt geopend.

  2. Ga naar Netwerk > Aansluitingen.
  3. Zoek de adapter die u wilt configureren en klik daarna op > Configureren.

    Het venster Configureren wordt geopend.

  4. Configureer de IPv4-instellingen.
    InstellingBeschrijving

    IP-adresinstellingen automatisch verkrijgen via DHCP

    Als het netwerk DHCP ondersteunt, verkrijgt de adapter automatisch het IP-adres en netwerkinstellingen.

    Statisch IP-adres gebruiken

    Wijs handmatig een statisch IP-adres toe. U moet de volgende informatie opgeven:

    • Vast IP-adres

    • Subnetmasker

    • Standaardgateway

    Jumbo-frame

    Jumbo frames zijn ethernetframes die groter zijn dan 1500 bytes. Ze zijn ontworpen om de doorvoer van ethernetnetwerken te verbeteren en om het CPU-gebruik te verminderen tijdens de overdracht van grote bestanden. QTS ondersteunt de volgende MTU-groottes:
    • 1500 bytes (standaard)

    • 4074 bytes

    • 7418 bytes

    • 9000 bytes

    Belangrijk:
    • alle verbonden netwerkapparaten moeten Jumbo frames inschakelen en dezelfde MTU-grootte gebruiken.

    • Alleen bepaalde NAS-modellen ondersteunen Jumbo frames.

    • Er is een netwerksnelheid van minimaal 1000 Mbps vereist om Jumbo frames te kunnen gebruiken.

    Netwerksnelheid

    Selecteer de overdrachtssnelheid die door de netwerkomgeving van het NAS is toegestaan.

    Tip:

    Als Automatische toewijzing wordt geselecteerd, zal de overdrachtsnelheid automatisch worden gedetecteerd en ingesteld.

    Belangrijk:

    Het veld Netwerksnelheid wordt automatisch ingesteld op Automatische toewijzing en verborgen als er 10 GbE- en 40 GbE-adapters worden geconfigureerd.

  5. Klik op Toepassen.

IPv6-instellingen configureren

  1. Ga naar Configuratiescherm > Netwerk en virtuele switch.

    Het venster Netwerk en virtuele switch wordt geopend.

  2. Ga naar Netwerk > Aansluitingen.
  3. Zoek de adapter die u wilt configureren en klik daarna op > Configureren..

    Het venster Configureren wordt geopend.

  4. Ga naar het tabblad IPv6.
  5. Configureer de IPv6-instellingen.
    InstellingBeschrijving

    Uitschakelen

    Wijs geen IPv6-adres toe.

    Automatische IPv6-configuratie (stateful)

    De adapter verkrijgt automatisch een IPv6-adres en DNS-instellingen van de server waarop DHCPv6 is ingeschakeld.

    Belangrijk:

    Voor deze optie is een beschikbare server met DHCPv6 in het netwerk vereist.

    Automatische IPv6-configuratie (stateless)

    De adapter verkrijgt automatisch een IPv6-adres en DNS-instellingen van de router.

    Belangrijk:

    Voor deze optie is een beschikbare router met IPv6 RA (‘router advertisement’) in het netwerk vereist.

    Statisch IP-adres gebruiken

    Wijs handmatig een statisch IP-adres toe aan de adapter. U moet de volgende informatie opgeven:

    • Vast IP-adres

    • Lengte van voorvoegsel

      Tip:

      Vraag uw netwerkbeheerder om informatie over de lengte van het voorvoegsel.

    • Standaardgateway

  6. Klik op Toepassen.

DNS

Een DNS-server (‘Domain Name System’) vertaalt een domeinnaam in een IP-adres.

DNS-instellingen configureren

  1. Ga naar Configuratiescherm > Service voor netwerk en bestanden > Netwerk en virtuele switch.

    Het venster Netwerk en virtuele switch wordt geopend.

  2. Ga naar Netwerk > Aansluitingen.
  3. Zoek de adapter die u wilt configureren en klik daarna op > Configureren.

    Het venster Configureren wordt geopend.

  4. Ga naar het tabblad DNS.
  5. Selecteer een van de volgende opties:
    InstellingBeschrijving

    DNS-serveradres automatisch ontvangen

    Vraag automatisch het IP-adres op via DHCP.

    Gebruik het volgende DNS-serveradres

    Wijs het IP-adres voor de primaire en secundaire DNS-servers handmatig toe.

    Belangrijk:

    QNAP adviseert om minimaal een DNS-server op te geven om URL's te kunnen opzoeken.

  6. Klik op Toepassen.

Virtuele LAN-verbindingen (VLAN)

Een virtueel LAN (VLAN) is een groep van hosts die communiceren alsof ze aan hetzelfde uitzendende domein zijn gekoppeld, ook al bevinden ze zich op verschillende locaties. U kunt VLAN's gebruiken om de veiligheid en flexibiliteit te vergroten en de netwerklatentie en -belasting te verminderen.

Een interface aan een VLAN toevoegen

Belangrijk:

U moet eerst port trunking configureren als u zowel port trunking als een VLAN gebruikt.

  1. Ga naar Configuratiescherm > Service voor netwerk en bestanden > Netwerk en virtuele switch.

    Het venster Netwerk en virtuele switch wordt geopend.

  2. Ga naar Netwerk > Aansluitingen.
  3. Zoek de adapter die u wilt configureren en klik daarna op > Configureren.

    Het venster Configureren wordt geopend.

  4. Ga naar het tabblad VLAN.
    InstellingBeschrijving

    DNS-serveradres automatisch ontvangen

    Vraag automatisch het IP-adres op via DHCP.

    Gebruik het volgende DNS-serveradres

    Wijs het IP-adres voor de primaire en secundaire DNS-servers handmatig toe.

    Belangrijk:

    QNAP adviseert om minimaal een DNS-server op te geven om URL's te kunnen opzoeken.

  5. Selecteer VLAN inschakelen.
  6. Geef een ID op voor het VLAN.
    Belangrijk:
    • De ID van de VLAN moet een getal tussen 1 en 4094 zijn.

    • Noteer de ID van de VLAN voordat u dit proces afrondt. De netwerkinstellingen zullen opnieuw worden ingesteld als de ID van de VLAN verloren raakt.

  7. Klik op Toepassen.

Port Trunking

Port trunking combineert twee of meer ethernetaansluitingen voor een hogere bandbreedte, load balancing en fouttolerantie (fail-over). Load balancing is een functie waarmee de werkbelasting gelijkmatig over meerdere ethernetaansluitingen wordt verdeeld voor een hogere redundantie. Fail-over zorgt dat een netwerkverbinding zelfs beschikbaar blijft als er iets mis gaat met een poort.

Port trunking configureren

Belangrijk:

Zorg dat er minimaal twee netwerkaansluitingen met dezelfde switch zijn verbonden voor u port trunking configureert.

  1. Ga naar Configuratiescherm > Service voor netwerk en bestanden > Netwerk en virtuele switch.

    Het venster Netwerk en virtuele switch wordt geopend.

  2. Ga naar Netwerk > Aansluitingen.
  3. Klik op Port Trunking.

    Het venster Port Trunking wordt geopend.

  4. Klik op Toevoegen.

    Het venster Port Trunking (toevoegen) wordt geopend.

  5. Selecteer twee of meer netwerkaansluitingen die u aan de trunking-groep wilt toevoegen;
  6. Klik op Volgende.
  7. Selecteer een type switch.
  8. Klik op Volgende.
  9. Selecteer een trunking-modus.
    Belangrijk:

    Sommige port trunking-modi moeten door uw netwerkswitches worden ondersteund. Als u een modus selecteert die niet wordt ondersteund, kan dit gevolgen hebben voor de netwerkprestaties of er toe leiden dat de netwerkinterface vastloopt.

    ModusBeschrijving

    Fouttolerantie (fail-over)

    Active-Backup

    Al het verkeer wordt verzonden en ontvangen via de interface die eerst aan de trunking-groep werd toegevoegd. Als deze primaire interface niet meer beschikbaar is, zal de secundaire interface actief worden.

    Verzenden

    Verzend dezelfde netwerkpakketten naar alle netwerkinterfacekaarten.

    Load balancing en fail-over

    Balance-tlb

    Inkomend verkeer wordt door de huidige interface ontvangen. Als de interface mislukt, neemt een slave-interface het MAC-adres van de interface waarin de storing optrad over. Uitgaand verkeerd wordt verdeeld op basis van de actuele belasting voor elke interface ten opzichte van de maximumsnelheid van de interface.

    Balance-alb

    Vergelijkbaar met ‘Balance-tlb’, maar biedt extra load balancing voor inkomend IPv4-verkeer.

    Balance-rr

    Verzendt netwerkpakketten achtereenvolgens naar elke netwerkinterfacekaart om het internetverkeer over alle NIC's te verdelen.

    Balance-xor

    Verzendt netwerkpakketten met behulp van het hash-algoritme dat dezelfde NIC-hulpeenheid voor elk MAC-adres van het doel selecteert.

    802.3ad dynamisch

    Gebruikt een complex algoritme om NIC's samen te voegen en snelheids- en duplex-instellingen te configureren.

  10. Klik op Toepassen.

Standaard gateway van systeem

De standaardgateway van het systeem fungeert als netwerktoegangspunt voor het NAS. Standaard zal al het externe netwerkverkeer langs de gateway passeren. Er moet een netwerkinterface worden opgegeven voor de standaard gateway.

De standaard gateway van het systeem configureren

  1. Ga naar Configuratiescherm > Service voor netwerk en bestanden > Netwerk en virtuele switch.

    Het venster Netwerk en virtuele switch wordt geopend.

  2. Ga naar Netwerk > Aansluitingen.
  3. Klik op Standaard gateway van systeem;

    Het venster Standaard gateway van systeem wordt geopend.

  4. Configureer de standaard gateway van het systeem.
    InstellingBeschrijving

    Automatisch standaardgateway van systeem selecteren

    QTS detecteert automatisch alle adapter-, virtuele switch, PPPoE- en VPN-verbindingen die kunnen worden gebruikt om een verbinding met internet te maken. Het systeem selecteert een van deze verbindingen en stelt deze vervolgens in als standaardgateway.

    Selecteer de standaardgateway van het systeem

    Wijs handmatig een adapter toe die fungeert als de standaard gateway van het systeem. Stel eventueel een reservegateway in voor storingen. Het veld voor de standaardgateway voor fail-over is alleen beschikbaar als er meerdere interfaces zijn verbonden.

    Tip:

    Zorg dat er een stabiele fysieke verbinding als standaardgateway voor fail-over is ingesteld als u een PPPoE- of VPN-verbinding als standaardgateway instelt.

  5. Optioneel: Schakel de NCSI-service uit.
    Tip:

    De QTS Network Connectivity Status Indicator (NCSI) voert periodiek tests uit om de snelheid en status van netwerkverbindingen van het NAS te controleren.

  6. Klik op Toepassen.

USB QuickAccess

In dit scherm kunnen USB QuickAccess-services op het NAS worden geconfigureerd en beheerd. Met USB QuickAccess kan een computer een verbinding met het NAS maken met behulp van een USB-kabel en het Common Internet File System (CIFS).

Tip:
  • USB QuickAccess is alleen beschikbaar op bepaalde modellen.

  • Het is niet mogelijk om DHCP-servers die met USB QuickAccess zijn gemaakt te configureren, verwijderen of uit te schakelen.

USB QuickAccess inschakelen

  1. Ga naar Configuratiescherm > Netwerk en virtuele switch.

    Het venster Netwerk en virtuele switch wordt geopend.

  2. Ga naar Netwerk > Aansluitingen.
  3. Ga naar het tabblad USB QuickAccess.
  4. Klik op .

Het IP-adres voor USB QuickAccess configureren

  1. Ga naar Configuratiescherm > Netwerk en virtuele switch.

    Het venster Netwerk en virtuele switch wordt geopend.

  2. Ga naar Netwerk > Aansluitingen.
  3. Ga naar het tabblad USB QuickAccess.
  4. Klik op .

    Het venster Configureren wordt geopend.

  5. Vul een statisch IP-adres in.
  6. Klik op Toepassen.

Verificatie voor USB QuickAccess configureren

  1. Ga naar Configuratiescherm > Netwerk en virtuele switch.

    Het venster Netwerk en virtuele switch wordt geopend.

  2. Ga naar Netwerk > Aansluitingen.
  3. Ga naar het tabblad USB QuickAccess.
  4. Klik op .

    Het venster Configuratie wordt geopend.

  5. Selecteer een authenticatiemethode:
    VerificatiemethodeBeschrijving

    Alle NAS-gebruikers

    Er zijn een gebruikersnaam en wachtwoord voor QTS vereist om toegang tot bestanden te krijgen.

    Iedereen

    Er is geen gebruikersnaam of wachtwoord vereist om toegang tot bestanden te krijgen.

    Geselecteerde Gebruikers/Groepen

    Beheerders kunnen toegang verlenen aan specifieke QTS-gebruikers of -groepen. Er zijn een gebruikersnaam en wachtwoord voor QTS vereist om toegang tot bestanden te krijgen.

    Tip:

    Stel eerst ‘Domeinbeveiliging’ in om toegang te verlenen aan domeingebruikers. Ga naar Configuratiescherm > Machtigingen > Domeinbeveiliging.

  6. Klik op Toepassen.

Draadloos

In dit scherm kunnen via het NAS toegankelijke wifiverbindingen geconfigureerd en beheerd worden.

Belangrijk:
  • Er moet een USB- of PCIe-wifi-apparaat zijn geïnstalleerd om deze functies te kunnen gebruiken.

  • QTS ondersteunt het gelijktijdige gebruik van meerdere PCIe-wifikaarten, maar er kan maar één USB-wifidongle per keer worden gebruikt.

Wifi inschakelen

  1. Ga naar Configuratiescherm > Netwerk en virtuele switch.

    Het venster Netwerk en virtuele switch wordt geopend.

  2. Ga naar Netwerk > Aansluitingen.
  3. Ga naar het tabblad Wifi.
  4. Klik op .

Een verbinding maken met een draadloos netwerk

  1. Ga naar Configuratiescherm > Netwerk en virtuele switch.

    Het venster Netwerk en virtuele switch wordt geopend.

  2. Ga naar Netwerk > Aansluitingen.
  3. Ga naar het tabblad Wifi.
  4. Optioneel: Klik op Scannen om naar toegankelijke netwerken te zoeken.
  5. Selecteer een draadloos netwerk in de lijst.
    SymboolBeschrijving

    Er is een wachtwoord vereist voor het wifinetwerk.

    Maak een verbinding met een wifinetwerk zonder een wachtwoord.

    • De wifiverbinding heeft geen toegang tot internet.

    • Er is een extra aanmelding vereist voor de wifiverbinding.

    Tip:

    QTS ondersteunt geen netwerken waarvoor extra aanmelding is vereist.

    Het deelvenster met instellingen wordt uitgevouwen.

  6. Klik op Verbinden.
  7. Optioneel: Configureer verbindingsinstellingen.
    InstellingBeschrijving

    Wachtwoord

    Vul het wachtwoord in dat door de netwerkbeheerder is opgegeven.

    Tip:

    Klik op om het wachtwoord zichtbaar te maken.

    Automatisch verbinding maken

    Maak automatisch een verbinding met dit netwerk wanneer het binnen bereik is.

    Zelfs verbinding maken als deze onzichtbaar is

    Probeer ook een verbinding te maken met dit netwerk als de SSID verborgen is.

  8. Klik op Toepassen.

Een draadloos netwerk toevoegen

  1. Ga naar Configuratiescherm > Netwerk en virtuele switch.

    Het venster Netwerk en virtuele switch wordt geopend.

  2. Ga naar Netwerk > Aansluitingen.
  3. Ga naar het tabblad Wifi.
  4. Klik op Wifi toevoegen.

    Het venster Verbinding maken met een Wi-Fi-netwerk wordt geopend.

  5. Configureer verbindingsinstellingen.
    InstellingBeschrijving

    Netwerknaam

    Vul de naam in van het draadloze netwerk.

    Beveiligingstype

    Selecteer de versleuteling die door het draadloze netwerk wordt gebruikt.

    Wachtwoord

    Vul het wachtwoord in dat door de netwerkbeheerder is opgegeven.

    Tip:

    Klik op om het wachtwoord zichtbaar te maken.

    Automatisch verbinding maken als het Wi-Fi-netwerk binnen bereik is

    Maak automatisch een verbinding met dit netwerk wanneer het binnen bereik is.

    Zelfs verbinding maken als deze onzichtbaar is

    Probeer ook een verbinding te maken met dit netwerk als de SSID verborgen is.

  6. Klik op Verbinden.

Verbindingsberichten

BerichtBeschrijving

Verbonden

Het NAS is verbonden met het wifinetwerk.

Verbinding maken

Het NAS probeert een verbinding te maken met het wifinetwerk.

Buiten bereik of verborgen SSID

Het draadloze signaal is niet beschikbaar of de SSID wordt niet uitgezonden.

Geen IP-adres ontvangen

Het NAS is verbonden met het wifinetwerk, maar kan geen IP-adres van de DHCP-server ontvangen. Controleer de routerinstellingen.

Koppelen mislukt

Het NAS kan geen verbinding maken met het wifinetwerk. Controleer de routerinstellingen.

Onjuiste code

Het ingevoerde wachtwoord is onjuist.

Automatisch verbinden

Automatisch verbinding maken met het wifinetwerk als het binnen bereik is. Dit wordt niet ondersteund door de SSID als het wifinetwerk onzichtbaar is.

Thunderbolt

Dit scherm geeft informatie weer over de poort en verbinding van Thunderbolt-aansluitingen op het NAS.

Thunderbolt to Ethernet (T2E)

Met de Thunderbolt to Ethernet-functionaliteit kan de Thunderbolt-poort als Ethernet-interface fungeren.

Tip:

QNAP adviseert om Qfinder Pro te gebruiken om Thunderbolt to Ethernet te configureren.

Belangrijk:

Vanwege problemen met het stuurprogramma van Thunderbolt kunnen T2E-verbindingen die Thunderbolt 2 gebruiken verbindingsproblemen ervaren als er een verbinding met Windows wordt gemaakt. Dit heeft geen gevolgen voor Thunderbolt 3-verbindingen.

T2E inschakelen met Qfinder Pro

Qfinder Pro is een hulpprogramma voor Windows, Mac en Linux waarmee u snel een NAS van QNAP via een LAN kunt vinden en openen.

Ga voor de huidige versie van Qfinder Pro naar https://www.qnap.com/utilities.
Tip:

Qfinder Pro configureert automatisch het instellingenbestand /etc/sysctl.conf in MacOS.

  1. Open Qfinder Pro.
  2. Zoek het NAS met behulp van Qfinder Pro.
  3. Klik op het Thunderbolt-pictogram.

    Het venster 'T2E’ wordt geopend.

  4. Selecteer T2E inschakelen.
  5. Klik op Toepassen.

T2E inschakelen op macOS

  1. Open de terminal.
  2. Voer de opdracht uit.
    OpdrachtOpmerkingen

    sudo sysctl net.inet.tcp.path_mtu_discovery=0 && sudo sysctl net.inet.tcp.tso=0

    Deze opdracht zal T2E tijdelijk inschakelen. De verbinding zal worden verwijderd als de Mac opnieuw wordt gestart.

    sudo bash -c 'printf "#QNAP\nnet.inet.tcp.path_mtu_discovery=0\nnet.inet.tcp.tso=0\n#QNAP\n" >> /etc/sysctl.conf'

    Deze opdracht zal deze instellingen permanent toepassen.

Virtuele switches

In dit scherm kunnen virtuele switches op het NAS worden geconfigureerd en beheerd. Virtuele switches staan fysieke aansluitingen en virtuele adapters toe om met elkaar te communiceren.

QTS ondersteunt drie verschillende modi voor virtuele switches.

ModusBeschrijving

Basis

Deze modus is geschikt voor de meeste gebruikers en vereist minimale configuratie van netwerkinstellingen.

geavanceerd

Deze modus is vooral geschikt voor beheerders die meer controle willen over de configuratie van netwerkinstellingen.

Door software gedefinieerde switch

Deze modus is geschikt voor gebruikers met hogere rechten die een fysieke L2-switch moeten simuleren.

Belangrijk:

De snelheden voor het doorsturen van pakketten zijn beperkt in deze modus.

Tip:

Netwerk en virtuele switch moet actief zijn in de Uitgebreide modus om deze pagina te kunnen openen.

Een virtuele switch maken in eenvoudige modus

  1. Ga naar Configuratiescherm > Service voor netwerk en bestanden > Netwerk en virtuele switch.

    Het venster Netwerk en virtuele switch wordt geopend.

  2. Ga naar Netwerk > Virtuele switch;
  3. Klik op Toevoegen.

    Het venster Een virtuele switch maken wordt geopend.

  4. Selecteer Eenvoudige modus.
  5. Selecteer minimaal een adapter.
  6. Optioneel: Selecteer Spanning Tree-protocol inschakelen.
    Tip:

    Als deze instelling wordt ingeschakeld, worden lussen voorkomen.

  7. Klik op Toepassen.

Een virtuele switch maken in geavanceerde modus

  1. Ga naar Configuratiescherm > Service voor netwerk en bestanden > Netwerk en virtuele switch.

    Het venster Netwerk en virtuele switch wordt geopend.

  2. Ga naar Netwerk > Virtuele switch;
  3. Klik op Toevoegen.

    Het venster Een virtuele switch maken wordt geopend.

  4. Selecteer Uitgebreide modus.
  5. Selecteer minimaal een adapter.
  6. Optioneel: Selecteer Spanning Tree-protocol inschakelen.
    Tip:

    Als deze instelling wordt ingeschakeld, worden lussen voorkomen.

  7. Klik op Volgende.
  8. Configureer het IP-adres van de virtuele switch.
    Type adresBeschrijving

    DHCP-client

    Wijst een dynamisch IP-adres toe aan de virtuele switch.

    Statisch IP-adres

    Wijst een statisch IP-adres toe aan de virtuele switch.

    Tip:

    Controleer uw netwerkconfiguratie voor informatie over hoe u deze instellingen het best kunt configureren.

    Geen IP-adressen toewijzen

    Wijst geen IP-adres toe aan de virtuele switch nadat deze is gemaakt.

    Tip:

    Deze instelling moet worden gebruikt als u een virtuele switch voor speciale doeleinden maakt, zoals wanneer u een extern of geïsoleerd netwerk maakt.

  9. Klik op Volgende.
  10. Configureer de virtuele-switchservices.
    1. Schakel de NAT-service in.
      Belangrijk:
      • De virtuele switch moet zijn geconfigureerd met een statisch IP-adres. Het IP-adres kan niet behoren tot het subnet van een interface die al wordt gebruikt.

      • Het IP-adres van de virtuele switch kan zich niet bevinden in een gereserveerd bereik dat geen forwarding ondersteunt:

        • 127.xxx.xxx.xxx

        • 169.254..xxx.xxx

        • 192.0.2.xxx

        • 198.51.100.xxx

        • 203.0.113.xxx

    2. Optioneel: Schakel de DHCP-server in.
      Belangrijk:
      • De virtuele switch moet zijn geconfigureerd met een statisch IP-adres. Het IP-adres kan niet behoren tot het subnet van een interface die al wordt gebruikt.

      • Schakel geen DHCP-server in om conflicten met IP-adressen te vermijden als er een andere DHCP-server actief is in het lokale netwerk.

      InstellingBeschrijving

      Eerste IP-adres

      Geef het eerste IP-adres op in een bereik dat is toegewezen aan DHCP-clients.

      Laatste IP-adres

      Geef de laatste IP-adressen op in een bereik dat is toegewezen aan DHCP-clients.

      Subnetmasker

      Geef het subnetmasker op dat wordt gebruikt om uw IP-adres te verdelen.

      Leasetijd

      Geef op hoe lang een IP-adres wordt gereserveerd voor een DHCP-client. Het IP-adres wordt beschikbaar gesteld aan andere clients als deze tijd is verstreken.

      Standaardgateway

      Geef het IP-adres op van de standaardgateway voor de DHCP-server.

      Primaire DNS-server

      Geef een DNS-server op voor de DHCP-server.

      Secundaire DNS-server

      Geef een secundaire DNS-server op voor de DHCP-server.

      Belangrijk:

      QNAP adviseert om minimaal een DNS-server op te geven om URL's te kunnen opzoeken.

      WINS-server

      Geef het IP-adres van de WINS-server op.

      Tip:

      WINS (‘Windows Internet Naming Service’) zet de namen van Windows-netwerkcomputers (NetBIOS-namen) om in IP-adressen zodat Windows-computers binnen een netwerk eenvoudig elkaar kunnen vinden en met elkaar kunnen communiceren.

      DNS-achtervoegsel

      Geef het DNS-achtervoegsel op.

      Tip:

      Het DNS-achtervoegsel wordt gebruikt voor het oplossen van onbevoegde of onvolledige hostnamen.

      TFTP-server

      Geef het openbare IP-adres op voor de TFTP-server.

      Tip:

      QTS ondersteunt zowel PXE als het extern opstarten van apparaten

      Opstartbestand

      Geef de locatie en bestandsnaam op van het opstartbestand voor de TFTP-server.

      Tip:

      QTS ondersteunt zowel PXE als het extern opstarten van apparaten

  11. Klik op Volgende.
  12. Configureer het IPv6-adres van de virtuele switch.
    InstellingBeschrijving

    Uitschakelen

    Wijs geen IPv6-adres toe.

    Automatische IPv6-configuratie (stateful)

    De adapter verkrijgt automatisch een IPv6-adres en DNS-instellingen van de server waarop DHCPv6 is ingeschakeld.

    Belangrijk:

    Voor deze optie is een beschikbare server met DHCPv6 in het netwerk vereist.

    Automatische IPv6-configuratie (stateless)

    De adapter verkrijgt automatisch een IPv6-adres en DNS-instellingen van de router.

    Belangrijk:

    Voor deze optie is een beschikbare router met IPv6 RA (‘router advertisement’) in het netwerk vereist.

    Statisch IP-adres gebruiken

    Wijs handmatig een statisch IP-adres toe. U moet de volgende informatie opgeven:

    • Vast IP-adres

    • Lengte van voorvoegsel

      Tip:

      Vraag uw netwerkbeheerder om informatie over de lengte van het voorvoegsel.

    • Standaardgateway

  13. Klik op Volgende.
  14. Configureer de DNS-instellingen.
    InstellingBeschrijving

    DNS-serveradres automatisch ontvangen

    Vraag automatisch het adres van de DNS-server op via DHCP.

    Gebruik het volgende DNS-serveradres

    Wijs het IP-adres voor de primaire en secundaire DNS-servers handmatig toe.

    Belangrijk:

    QNAP adviseert om minimaal een DNS-server op te geven om URL's te kunnen opzoeken.

  15. Klik op Volgende.
  16. Bevestig de instellingen van de virtuele switch.
  17. Klik op Toepassen.

Een virtuele switch maken in de door software gedefinieerde switchmodus

Belangrijk:

Zorg dat eventuele ethernetkabels op dezelfde switch zijn aangesloten om lussen te voorkomen wanneer u een door software gedefinieerde switch configureert.

  1. Ga naar Configuratiescherm > Service voor netwerk en bestanden > Netwerk en virtuele switch.

    Het venster Netwerk en virtuele switch wordt geopend.

  2. Ga naar Netwerk > Virtuele switch;
  3. Klik op Toevoegen.

    Het venster Een virtuele switch maken wordt geopend.

  4. Selecteer Door software gedefinieerde switchmodus.
  5. Selecteer minimaal een adapter.
  6. Optioneel: Selecteer Spanning Tree-protocol inschakelen.
    Tip:

    Als deze instelling wordt ingeschakeld, worden lussen voorkomen.

  7. Klik op Toepassen.

DHCP-server

In dit scherm kunnen DHCP-servers (‘Dynamic Host Configuration Protocol’) worden gemaakt en beheerd. DHCP-servers kunnen IPv4-adressen aan clients in het netwerk toewijzen, maar RADVD-servers wijzen IPv6-adressen toe.

Belangrijk:

Maak geen nieuwe DHCP-server als er al een in het netwerk aanwezig is. Wanneer meerdere DHCP-servers in hetzelfde netwerk worden ingeschakeld, kunnen er conflicten met IP-adressen of fouten in de netwerktoegang optreden.

Een DHCP-server maken

  1. Ga naar Configuratiescherm > Service voor netwerk en bestanden > Netwerk en virtuele switch.

    Het venster Netwerk en virtuele switch wordt geopend.

  2. Ga naar Netwerk > DHCP-server.
  3. Klik op Toevoegen.

    Het venster DHCP-server wordt geopend.

  4. Selecteer een interface.
  5. Klik op Volgende.
  6. Selecteer de netwerkomgeving voor de DHCP-server.
    OptieBeschrijving

    DHCP-server in het huidige netwerk inschakelen.

    • De adapter behoudt het bestaande IP-adres en subnetmasker.

    • De DHCP-server deelt het subnetmasker met de adapter en wordt aan het volgende beschikbare IP-adres toegewezen.

    Wijs een IP-adres opnieuw toe aan de adapter en schakel een DHCP-server in op een nieuw subnet.

    • De adapter krijgt een nieuw IP-adres en subnetmasker toegewezen.

    • De DHCP-server gebruikt een ander subnetmasker en IP-adres.

    DHCP-server inschakelen voor een ander subnet.

    • De adapter behoudt het bestaande IP-adres en subnetmasker.

    • De DHCP-server gebruikt een ander subnetmasker en IP-adres.

  7. Klik op Volgende.
  8. Configureer een statisch IP-adres voor de adapter.
    Belangrijk:

    Er moet een statisch IP-adres worden geconfigureerd als er een DHCP-server wordt gemaakt.

    1. Klik op Ja.
    2. Configureer IP-adresinstellingen.
      InstellingBeschrijving

      Vast IP-adres

      Geef een vast IP-adres op.

      Tip:

      Controleer uw netwerkconfiguratie voor informatie over hoe u deze instellingen het best kunt configureren.

      Subnetmasker

      Geef het subnetmasker op dat wordt gebruikt om uw IP-adres te verdelen.

      Standaardgateway

      Geef het IP-adres op van de standaardgateway voor de adapter.

      Jumbo-frame

      Jumbo frames zijn ethernetframes die groter zijn dan 1500 bytes. Ze zijn ontworpen om de doorvoer van ethernetnetwerken te verbeteren en om het CPU-gebruik te verminderen tijdens de overdracht van grote bestanden. QTS ondersteunt de volgende Jumbo frame-grootten:
      • 1500 bytes (standaard)

      • 4074 bytes

      • 7418 bytes

      • 9000 bytes

      Belangrijk:
      • Niet alle NAS-modellen kunnen werken met Jumbo frames.

      • Er is een netwerksnelheid van minimaal 1000 Mbps vereist om Jumbo frames te kunnen gebruiken. Alle verbonden netwerkapparaten moeten Jumbo frames inschakelen en dezelfde MTU-grootte gebruiken.

      Netwerksnelheid

      Geef de snelheid op waarop de adapter actief zal zijn.

      Tip:

      Automatische toewijzing zal de overdrachtssnelheid automatisch detecteren en instellen.

      Primaire DNS-server

      Wijs een IP-adres toe voor de primaire DNS-server.

      Secundaire DNS-server

      Wijs een IP-adres toe voor de secundaire DNS-server.

      Belangrijk:

      QNAP adviseert om minimaal een DNS-server op te geven om URL's te kunnen opzoeken.

    3. Klik op Volgende.
  9. Configureer de DHCP-instellingen.
    InstellingBeschrijving

    Eerste IP-adres

    Geef het eerste IP-adres op in een bereik dat is toegewezen aan DHCP-clients.

    Laatste IP-adres

    Geef de laatste IP-adressen op in een bereik dat is toegewezen aan DHCP-clients.

    Subnetmasker

    Geef het subnetmasker op dat wordt gebruikt om uw IP-adres te verdelen.

    Leasetijd

    Geef op hoe lang een IP-adres wordt gereserveerd voor een DHCP-client. Het IP-adres wordt beschikbaar gesteld aan andere clients als deze tijd is verstreken.

    Standaardgateway

    Geef het IP-adres op van de standaardgateway voor de DHCP-server.

    Primaire DNS-server

    Geef een DNS-server op voor de DHCP-server.

    Secundaire DNS-server

    Geef een secundaire DNS-server op voor de DHCP-server.

    Belangrijk:

    QNAP adviseert om minimaal een DNS-server op te geven om URL's te kunnen opzoeken.

    WINS-server

    Geef het IP-adres van de WINS-server op.

    Tip:

    WINS (‘Windows Internet Naming Service’) zet de namen van Windows-netwerkcomputers (NetBIOS-namen) om in IP-adressen zodat Windows-computers binnen een netwerk eenvoudig elkaar kunnen vinden en met elkaar kunnen communiceren.

    DNS-achtervoegsel

    Geef het DNS-achtervoegsel op.

    Tip:

    Het DNS-achtervoegsel wordt gebruikt voor het oplossen van onbevoegde of onvolledige hostnamen.

    TFTP-server

    Geef het openbare IP-adres op voor de TFTP-server.

    Tip:

    QTS ondersteunt zowel PXE als het extern opstarten van apparaten

    Opstartbestand

    Geef de locatie en bestandsnaam op van het opstartbestand voor de TFTP-server.

    Tip:

    QTS ondersteunt zowel PXE als het extern opstarten van apparaten

  10. Klik op Toepassen.

RADVD

In dit scherm kunnen RADVD-servers (‘Router Advertisement Daemon’) worden gemaakt en beheerd. Deze service verzendt berichten die zijn vereist voor automatische IPv6 stateless-configuratie. Deze service verzendt periodieke router advertisement-berichten (RA) naar apparaten in het lokaal netwerk en kan ook vragen om een router solicitation-berichten te verzenden als deze door een verbonden knooppunt worden gesteld.

Een RADVD-server maken

  1. Ga naar Configuratiescherm > Service voor netwerk en bestanden > Netwerk en virtuele switch.

    Het venster Netwerk en virtuele switch wordt geopend.

  2. Ga naar Netwerk > DHCP-server.
  3. Ga naar het tabblad RADVD.
  4. Klik op Toevoegen.

    Het venster RADVD - Uitgaande interface wordt geopend.

  5. Selecteer de uitgaande interface.
  6. Klik op Volgende.
  7. Configureer een statisch IP-adres voor de adapter.
    Belangrijk:

    Er moet een statisch IP-adres worden geconfigureerd als er een RADVD-server wordt gemaakt.

    1. Klik op Ja.
    2. Optioneel: Configureer de instellingen voor statisch IP-adres.
      InstellingBeschrijving

      Vast IP-adres

      Geef een vast IP-adres op.

      Tip:

      Controleer uw netwerkconfiguratie voor informatie over hoe u deze instellingen het best kunt configureren.

      Lengte van voorvoegsel

      Geef de lengte van het voorvoegsel op voor de adapter.

      Tip:

      Vraag het voorvoegsel en de lengte van het voorvoegsel op bij uw internetprovider.

      Standaardgateway

      Geef het IP-adres op van de standaardgateway voor de DHCP-server.

      Primaire DNS-server

      Wijs een IP-adres toe voor de primaire DNS-server.

      Secundaire DNS-server

      Wijs een IP-adres toe voor de secundaire DNS-server.

      Belangrijk:

      QNAP adviseert om minimaal een DNS-server op te geven om URL's te kunnen opzoeken.

    3. Klik op Volgende.
  8. Selecteer een tweede adapter voor de interface van de RADVD-service.
  9. Klik op Volgende.
  10. Optioneel: Configureer een statisch IP-adres voor de tweede RADVD-adapter.
    Belangrijk:

    De adapter moet een statisch IP-adres hebben als u een RADVD-interface maakt. Sla deze stap over als de adapter al een statisch IP-adres gebruikt.

    1. Klik op Ja.
    2. Configureer de instellingen voor statisch IP-adres.
      InstellingBeschrijving

      Vast IP-adres

      Geef een vast IP-adres op.

      Tip:

      Controleer uw netwerkconfiguratie voor informatie over hoe u deze instellingen het beste kunt configureren.

      Lengte van voorvoegsel

      Geef de lengte van het voorvoegsel op voor de adapter.

      Tip:

      Vraag het voorvoegsel en de lengte van het voorvoegsel op bij uw internetprovider.

      Standaardgateway

      Geef het IP-adres op van de standaardgateway voor de adapter.

      Primaire DNS-server

      Geef het adres van de DNS-server op.

      Secundaire DNS-server

      Geef het adres van de DNS-server op.

      Belangrijk:

      QNAP adviseert om minimaal een DNS-server op te geven om URL's te kunnen opzoeken.

    3. Klik op Toepassen.
  11. Configureer de instellingen van de RADVD-server.
    InstellingBeschrijving

    Voorvoegsel

    Geef het routingvoorvoegsel op voor de adapter.

    Tip:

    Controleer uw netwerkconfiguratie voor informatie over hoe u deze instellingen het beste kunt configureren.

    Lengte van voorvoegsel

    Geef de lengte van het voorvoegsel op voor de adapter.

    Tip:

    Vraag het voorvoegsel en de lengte van het voorvoegsel op bij uw internetprovider.

    Leasetijd

    Geef op hoe lang een IP-adres wordt gereserveerd voor een DHCP-client. Het IP-adres wordt beschikbaar gesteld aan andere clients als deze tijd is verstreken.

    Primaire DNS-server

    Geef het adres van de DNS-server op.

    Secundaire DNS-server

    Geef het adres van de DNS-server op.

    Belangrijk:

    QNAP adviseert om minimaal een DNS-server op te geven om URL's te kunnen opzoeken.

  12. Klik op Toepassen.

Route

In dit scherm kunnen statische routes worden beheerd. QTS verkrijgt onder normale omstandigheden automatisch routinginformatie nadat deze is geconfigureerd voor internettoegang. Statische routes zijn alleen in speciale omstandigheden vereist, zoals wanneer meerdere IP-subnets in uw netwerk zijn gevonden.

Een statische route maken

  1. Ga naar Configuratiescherm > Netwerk en virtuele switch.

    Het venster Netwerk en virtuele switch wordt geopend.

  2. Ga naar Netwerk > Route;
  3. Klik op Toevoegen.

    Het venster Statische route (IPv4) wordt geopend.

  4. Configureer de IP-adresinstellingen.
    InstellingBeschrijving

    Doel

    Geef een statisch IP-adres op waarnaar verbindingen worden gerouteerd.

    Netmasker

    Geef het IP-adres van het netmasker van de bestemming op.

    Gateway

    Geef het IP-adres van het netmasker van het doel op.

    Meetwaarde

    Geef het aantal knooppunten op dat de route zal passeren.

    NB:

    Meeteenheden zijn kostenwaarden die door routers worden gebruikt om de beste route naar een doelnetwerk vast te stellen.

    Interface

    Geef de interface op waarlangs verbindingen moeten worden geleid.

  5. Klik op Toepassen.

DDNS

In dit scherm kunnen DDNS-services (‘Dynamic Domain Name System’) worden beheerd. DDNS biedt toegang tot het NAS via het internet aan de hand van een domeinnaam in plaats van op basis van een IP-adres.

Een DDNS-service toevoegen

  1. Ga naar Configuratiescherm > Netwerk en virtuele switch.

    Het venster Netwerk en virtuele switch wordt geopend.

  2. Ga naar Netwerk > DDNS.
  3. Klik op Toevoegen.

    Het venster DDNS (toevoegen) wordt geopend.

  4. Configureer de DDNS-instellingen.
    InstellingBeschrijving

    DDNS-server selecteren

    Selecteer de serviceprovider voor het DDNS.

    Gebruikersnaam

    Geef de gebruikersnaam op voor de DDNS-service.

    Wachtwoord

    Geef het wachtwoord op voor de DDNS-service.

    Hostnaam

    Geef de host- of domeinnaam op voor de DDNS-service.

    Extern IP-adres controleren

    Geef op hoe vaak het DDNS-record moet worden bijgewerkt.

  5. Klik op Toepassen.

Was dit artikel nuttig?

38% van de mensen vond dit nuttig
Bedankt voor uw feedback.

Vertel ons a.u.b. hoe we dit artikel kunnen verbeteren.

Hieronder kunt u eventuele aanvullende feedback toevoegen.

Kies specificatie

      Toon meer Minder

      Deze website in andere landen/regio's:

      open menu
      back to top