QNAP SMB oplossing - Gebruikmaken van QNAP Snapshot en Snapshot Agent om applicatie-consistente snapshots te maken.
1. Inleiding
1.1 Uitdagingen en oplossingen
De functie voor momentopnamen in Momentopnamebeheer in QTS 4.2 ondersteunt niet alleen volumes maar ook iSCSI-LUN's, zodat u razendsnel reservekopieën van uw waardevolle gegevens kunt maken en kunt terugzetten.
Wanneer u een momentopname van een LUN maakt, is het een uitdaging om ervoor te zorgen dat alle gegevens, zoals niet-opgeslagen toepassingsgegevens, buffers, geheugen en logboeken, worden opgenomen.
QNAP biedt als oplossing een toepassingsconsistente optie voor iSCSI-momentopnamen. Voor Windows Server en VMware vCenter wordt de momentopnameagent van QNAP gebruikt. Deze stelt de NAS in staat om met de externe server te communiceren, zodat u een volledige reservekopie kunt maken via onze functie voor momentopnamen.
1.2 Doelgroep
Deze toepassingsopmerking is geschikt voor iedereen die een NAS-systeem van QNAP als iSCSI-doel gebruikt om een iSCSI-LUN te maken voor andere apparaten of virtuele machines. Sommige termen in dit document worden niet uitgebreid uitgelegd.
2. Aan de slag
2.1 Hoe werkt het?
De momentopnameagent van QNAP is hoofdzakelijk bedoeld om toepassingsconsistente momentopnamen van een iSCSI-LUN te maken. Tegelijkertijd fungeert de agent als een VSS-hardwareprovider.
In het eerste proces hieronder zal de agent de externe server informeren om alle gegevens naar de iSCSI-LUN (voor Windows Server) te verzenden of om een momentopname van een virtuele machine te maken voordat de momentopname van de iSCSI-LUN wordt gemaakt (voor VMware) wanneer u een momentopname vanaf de NAS op een iSCSI-LUN moet maken. Daarom zal een momentopname van de NAS alle benodigde toepassingsgegevens bevatten, zodat er sprake is van een consistente momentopname.
Voorbeelden:
- Microsoft Hyper-V Server zal een VM-controlepunt inclusief gegevens maken om gegevensverlies te vermijden en een consistente status in de momentopname te waarborgen;
- SQL Server zal de databaselogboeken op de schijf wissen om een consistente status in de momentopname te waarborgen;
- VMware zal van elke VM die zich in de LUN bevindt een momentopname maken om een consistente status in de momentopname te waarborgen (zie hieronder).
Bovendien bevat de momentopnameagent in QNAP VSS Hardware Provider voor Windows Server. Als u vanuit Windows een reservekopietaak voor een iSCSI-LUN wilt maken met behulp van software voor reservekopieën* die VSS ondersteunt, zal de VSS-hardwareprovider het gebruik van NAS ROW (‘Redirect on Write') in plaats van Windows COW (‘Copy on Write) toestaan voor het maken van de momentopname op de Windows-server. Daardoor neemt de efficiëntie van de reservekopietaak toe.
* De software voor reservekopieën moet VSS-momentopnamen ondersteunen.
2.2. Systeemvereisten
- U moet QTS 4.2 (of een nieuwere versie) gebruiken om de momentopnameagent te gebruiken;
- De momentopnameagent in QNAP is compatibel met Windows Server 2008 en nieuwere versies. GUI-beheer moet zijn ingeschakeld. Windows Server Core en Windows Hyper-V worden niet ondersteund;
- Behalve op Windows Server is VMware vCenter is nodig als u de momentopnameagent moet gebruiken voor virtuele machines die in VMware worden uitgevoerd;
- U moet de inkomende TCP-poort 11169 in Windows Server openen om de momentopnameagent te kunnen gebruiken. Volg de instructies van Microsoft om de poort te openen. Het is mogelijk ook nodig om groepsbeleid te gebruiken als uw server onderdeel van een Active Directory is en de firewall wordt beheerd door GPO. Raadpleeg de volgende pagina's van Microsoft om deze bewerkingen uit te voeren:
http://windows.microsoft.com/en-us/windows/open-port-windows-firewall
https://technet.microsoft.com/en-us/library/cc753295 - Het is zeer aan te bevelen om een vast IP-adres voor de NAS te gebruiken.
2.3. Bekende beperkingen
- Om een toepassingsconsistente momentopname van een virtuele machine in Windows Hyper-V of VMware te maken, moeten de VM-configuratie, schijf en momentopname/controlepunt zich op dezelfde iSCSI-LUN bevinden die in de momentopname moet worden opgenomen;
- De momentopnameagent kan niet worden geïnstalleerd als SMI-S Provider al op de server is geïnstalleerd;
- De momentopnameagent ondersteunt de functie ‘Extents’ in VMware niet; de gegevensopslag mag slechts één iSCSI-LUN hebben;
- De momentopnameagent ondersteunt geen LUN die aan een doel met meerdere LUN's is gekoppeld;
- De momentopnameagent ondersteunt geen LUN die met MPIO is verbonden;
- De momentopnameagent ondersteunt geen LUN die aan een doel met CHAP is gekoppeld;
- Tijdens het terugzetten zet de momentopnameagent alleen VM's terug die in vSphere Inventory zijn geregistreerd. Als een VM al in vSphere is verwijderd, zal de momentopnameagent de VM niet aan de lijst toevoegen.
2.4. De momentopnameagent downloaden en installeren
Ga naar het downloadcentrum van QNAP > Hulpprogramma's om onze momentopnameagent te downloaden:
https://www.qnap.com/utility
Om de momentopnameagent te installeren, moet “.Net Framework 3.5” zijn geïnstalleerd en zijn ingeschakeld in “Applicatieserver” onder Serverbeheer. Ga naar “Serverbeheer” > “Rollen en functies toevoegen” en selecteer “Applicatieserver” onder ‘Rollen’ en “.Net Framework 3.5-functie” onder 'Functies’ om deze functie te installeren.
Wacht totdat de installatie van deze functie is bevestigd en open het toepassingsbestand voor de momentopnameagent om de installatie te starten. Als de installatie is voltooid, ziet u een snelkoppeling met de naam 'QNAP-agentbeheerder' op uw bureaublad.
3. De momentopnameagent configureren
3.1. De momentopnameagent configureren in Windows Server
Open de “QNAP-agentbeheerder” nadat u de installatie van de momentopnameagent hebt uitgevoerd. U moet het NAS-systeem van QNAP toevoegen dat uw Windows Server als iSCSI-opslag gebruikt. Geef daarvoor het IP-adres op of klik op “NAS scannen” om de agent de NAS direct te laten vinden op het lokale netwerk.
Nadat u het NAS-systeem van QNAP hebt ingevoerd of geselecteerd, moet u uw referenties invoeren om u aan te melden bij de NAS. Ook moet u de poort voor de verbinding bevestigen en de functies inschakelen die u wilt gebruiken. In dit voorbeeld hebben we zowel VSS-hardwareprovider als de momentopnameagent voor Windows geselecteerd. Klik vervolgens op “Oké” om deze instellingen te bevestigen. De momentopnameagent zal verbinding met het NAS-systeem van QNAP maken. Daarna ziet u dat de NAS is toegevoegd aan de lijst op de startpagina.
3.2 De momentopnameagent configureren voor vCenter
U kunt in de agentbeheerder naar “VMware-instellingen” gaan om een reservekopie te maken van iSCSI-LUN's die worden gebruikt voor virtuele machines in VMware. Voer bij de referentie-instellingen voor vCenter het IP-adres van uw vCenter-server en het account/wachtwoord voor eenmalige aanmelding in en selecteer hoe VMware een momentopname moet maken voor de virtuele machine als er een verzoek van de NAS wordt ontvangen.
Als u klaar bent, wordt de optie “Momentopnameagent voor VMware” ingeschakeld als u een NAS-systeem van QNAP aan QNAP-agentbeheer toevoegt. U kunt ook met de rechtermuisknop op een willekeurige bestaande NAS klikken en “Bewerken” selecteren om deze functie in te schakelen.
4. Een momentopname van een iSCSI-LUN maken
4.1. Momentopnamen van iSCSI-LUN's maken met Windows Server
Het is mogelijk om vanuit de gebruikersinterface van de NAS te controleren of de agent is verbonden met het NAS-systeem van QNAP. Open uw webbrowser, meld u aan bij QTS en open “Opslagbeheer”. Open in “iSCSI-opslag” > “Momentopname” het menu “Snapshot Manager”. Er wordt een lijst weergegeven met alle momentopnameagents die op dit moment met de NAS zijn verbonden.
U kunt een toepassingsconsistente momentopname maken door in “iSCSI-opslag” een iSCSI-LUN te selecteren en in de vervolgkeuzelijst “Momentopname” te kiezen voor “Een momentopname maken”.
Selecteer in het bevestigingsvenster "Toepassingsconsistent" onder "Type momentopname" en klik op "Oké" om de momentopname te starten.
NB: “Crashconsistente” momentopnamen zijn standaard NAS-momentopnamen en nemen geen contact op met de externe server voordat de momentopname wordt gemaakt.
Als er een toepassingsconsistente momentopname wordt gemaakt, zal het NAS-systeem van QNAP een verzoek naar Windows Server sturen. Alle bijbehorende gegevens worden naar de iSCSI-LUN verzonden voordat de momentopname wordt gemaakt.
In het volgende voorbeeld wordt Hyper-V gebruikt en bevat de iSCSI-LUN een virtuele machine die dag en nacht draait. Als de momentopnamefunctie op de NAS in combinatie met de toepassingsconsistente optie wordt gebruikt, ontvangt de Windows-server het verzoek van de NAS en wordt er een controlepunt van de VM gemaakt.
Dit kan korte tijd zichtbaar zijn in de interface van Hyper-V Manager*: De status van de VM verandert terwijl het controlepunt wordt gemaakt. De status, het geheugen en de schijf van de VM worden in de momentopname van de iSCSI-LUN opgenomen.
*De configuratie, de schijf en het controlepunt van de VM moeten zich op de iSCSI-LUN bevinden, anders worden ze niet in de momentopname opgenomen.
* De gebruikersinterface kan verschillen per versie van Hyper-V.
4.2. Momentopnamen van iSCSI-LUN's maken met VMware
Om een momentopname te maken voor iSCSI-LUN's met VMware zijn dezelfde bewerkingen nodig als voor Windows Server. Meld u aan bij QTS, ga naar “Opslagbeheer” en selecteer onder “iSCSI-opslag” de iSCSI-LUN die is gebruikt om virtuele machines op te slaan in VMware. Selecteer “Momentopname” > “Een momentopname maken”.
Als vCenter het verzoek om een momentopname van het NAS-systeem van QNAP ontvangt, zal het een VMware-momentopname maken voor elke virtuele machine die in de iSCSI-LUN van de NAS is opgeslagen. Deze momentopnamen worden op de iSCSI-LUN opgeslagen. Daarna zal de NAS nog een toepassingsconsistente momentopname van iSCSI-LUN's maken waarin VMware-momentopnamen voor elke virtuele machine zijn opgenomen. Deze actie is zichtbaar onder het kopje 'Taken' in de vSphere-webclient. De VMware-momentopnamen worden verwijderd nadat ze in de iSCSI-LUN-momentopname zijn opgenomen.
* De gebruikersinterface kan verschillen per versie van de vSphere-webclient.
Het is ook mogelijk om “Snapshot Manager” of “Replica's van momentopnamen” te gebruiken om een geplande taak voor reservekopieën te maken. De optie “Toepassingsconsistent” is beschikbaar.
4.3 Een momentopname terugzetten
U kunt een toepassingsconsistente momentopname net zo terugzetten op een iSCSI-LUN zoals u een momentopname terugzet op een NAS-volume. Selecteer een LUN en open “Snapshot Manager” om te controleren of een momentopname toepassingsconsistent is. U kunt in de lijstweergave zien of de momentopnamen die met Snapshot Manager zijn gemaakt toepassingsconsistent zijn.
Om een momentopname voor een iSCSI-LUN die met Windows Server is verbonden terug te zetten, moet u de LUN eerst ontkoppelen. Selecteer vervolgens de LUN en controleer “Momentopnamen” > “Snapshot Manager” om de momentopname te selecteren die u wilt gebruiken.
Nadat het proces voor het terugzetten is voltooid, kunt u opnieuw verbinding met de iSCSI-LUN maken vanaf de Windows-server. In Hyper-V worden alle configuraties van de virtuele machines, inclusief hun controlepunten, in de iSCSI-LUN opgeslagen.
Als de momentopnameagent is geïnstalleerd en verbonden, kunt u de momentopname van een iSCSI-LUN in VMware rechtstreeks terugzetten zonder de LUN te ontkoppelen. Dit kan doordat de momentopnameagent de iSCSI-LUN (gegevensopslag) automatisch zal ontkoppelen van de ESXi-hosts en daarna de momentopname terugzet, opnieuw verbinding maakt met de teruggezette LUN (gegevensopslag) en de VM terugzet (u moet de VM mogelijk nog wel handmatig in het overzicht inlezen als de VM voorafgaand aan het terugzetten werd verwijderd). Na het toevoegen kan vCenter de VMware-momentopname blijven gebruiken om de virtuele machine in de iSCSI-LUN te herstellen – en dus zorgen dat de herstelde virtuele machines in de iSCSI-LUN toepassingsconsistent zijn.
5. VSS-hardwareprovider voor Windows Server
De momentopnameagent bevat VSS-hardwareprovider. Om deze functie te kunnen gebruiken, moet u beschikken over software voor reservekopieën die de functie voor VSS-momentopnamen ondersteunt. In dit document gebruiken we QNAP NetBak Replicator als voorbeeld. Om VSS-hardwareprovider te gebruiken, moet u eerst uw software voor reservekopieën zo configureren dat VSS is ingeschakeld en de software momentopnamen kan maken. Nadat deze instellingen zijn voltooid, kunt u de software voor reservekopieën gebruiken om een reservekopietaak voor een iSCSI-LUN op een NAS-systeem van QNAP te maken.
Als de software voor reservekopieën VSS gebruikt om een momentopname te maken, zal de momentopname op de NAS worden gemaakt in plaats van op Windows Server.
Dit is zichtbaar in de gebruikersinterface van de NAS terwijl de reservekopie wordt gemaakt: in “Storage Manager” > “iSCSI storage” ziet u dat er een andere iSCSI-LUN met de naam “vss” is gemaakt terwijl de reservekopie werd gemaakt. Deze LUN is de momentopname die de NAS voor de reservekopietaak heeft gemaakt. De software voor reservekopieën zal dus deze momentopname gebruiken om een reservekopie van de gegevens te maken.
Nadat is bevestigd dat de reservekopietaak is uitgevoerd, ziet u dat de “vss”-momentopname van de iSCSI-LUN op de NAS door VSS-componenten in Windows Server is verwijderd.