Uw uitbreidingseenheid herstellen na vervanging of onderbreking.
Inleiding en functie
Aangezien QNAP uitbreidingseenheden helpen de capaciteit van uw NAS uit te breiden voor verdere opslag en back-upbehoeften, is het belangrijk om snel de eenheid te kunnen herstellen als hij terugkomt uit een abnormale situatie. De Storage Manager heeft verschillende ingebouwde functies om snel hulp te bieden bij het herstellen van zowel de uitbreidingeenheid als de gegevens. Dit artikel bevat de volgende voorbeelden:
1. De uitbreidingseenheid verliest verbinding met de NAS of wordt per ongeluk uitgeschakeld en dient opnieuw aangesloten en hersteld te worden.
2. De uitbreidingeenheid werd veranderd na een hardwarefout, maar bevat eerder gebruikte harde schijven.
3. De uitbreidingeenheid in het midden van een keten wordt losgekoppeld; hoe moet de uitbreidingseenheid-ID gereorganiseerd worden.
Doelgroep
Deze applicatienotitie is geschikt voor iedereen die verantwoordelijk is voor het beheer van een QNAP NAS met uitbreidingseenheden in persoonlijke of zakelijke omgevingen.
1. Hoe te beginnen
1.1. Systeemeisen
De functies van "Recover Enclosure" (Uitbreidingseenheid herstellen) en "Reinitialize Enclosure ID" (Uitbreidingseenheid-ID opnieuw initialiseren) die in dit document beschreven worden zijn beschikbaar in QTS 4.1.3 of hoger, terwijl "Safely Detach" (Veilig losmaken) alleen beschikbaar is vanaf QTS 4.2.
2. Een uitbreidingseenheid opnieuw aankoppelen
2.1. Verbroken verbinding of voeding
Als de uitbreidingeenheid per ongeluk losgekoppeld wordt van de QNAP NAS of als de stroom onderbroken wordt, zal de Storage Manager een fout-icoon in de sectie "Overview" (Overzicht) weergegeven en in de sectie "Disks" (Schijven) zal de uitbreidingeenheid gemarkeerd worden met een ontkoppelingsicoon om aan te geven dat deze unit is in de "Missing Mode" (Ontbrekende modus) verkeert. In deze modus, terwijl u File Station niet kunt gebruiken om de inhoud van de ontbrekende uitbreidingseenheid te bekijken, kunt u ook niet direct de uitbreidingseenheid verwijderen. Deze modus wordt gebruikt om de integriteit van gegevens te waarborgen wanneer het apparaat wordt hersteld.


Om de uitbreidingseenheid te herstellen, controleert u of de uitbreidingseenheid ingeschakeld is en fysieke correct aangesloten is op de QNAP NAS. Als de uitbreidingseenheid correct is aangesloten, zal het systeem automatisch een herstelbericht weergeven. Na bevestiging, klikt u op "OK" om het herstelproces te starten. U kunt dit ook doen in de sectie "Disks" (Schijven) van de Storage Manager door te klikken op "Recover" (herstellen) en te kiezen "Recover Enclosure" (Uitbreidingseenheid herstellen).


Nadat de Storage Manager het herstelproces voltooid heeft, controleert u of het fout-icoon verwijderd is uit de sectie "Overview" (Overzicht) en File Station. Zo ja, dan kunt u nu weer toegang krijgen tot het volume van de uitbreidingseenheid.

3. Gegevens herstellen in een uitbreidingseenheid met een hardwarefout
3.1. Een uitbreidingseenheid vervangen (USB-bustype)
Als de uitbreidingseenheid abnormale condities ondergaan heeft, maar de harde schijven zijn niet beschadigd, dan kunt u ze verplaatsen naar een andere uitbreidingseenheid en deze nieuwe eenheid aansluiten op de NAS. Om dit te doen: Schakel de uitbreidingseenheid uit, haal de stekker eruit, verwijder de harde schijven, plaatst ze in een andere uitbreidingseenheid in de oorspronkelijke volgorde, zet dan de nieuwe uitbreidingseenheid aan om verbinding te maken met de NAS.
*De vervangende uitbreidingseenheid moet hetzelfde aantal of meer of sleuven voor harde schijven bevatten. Om onvoorziene fouten te vermijden wordt aanbevolen eenzelfde model als uitbreidingseenheid te gebruiken.


Nadat de nieuwe uitbreidingseenheid is aangesloten op de NAS, zullen twee uitbreidingseenheden verschijnen. Om de oude abnormale te verwijderen uit het systeem, en deze te vervangen door nieuwe uitbreidingseenheid, klikt u op "Recover" (Herstellen) in de rechterbovenhoek van het venster en kies "Reinitialize Enclosure ID" (Opnieuw initialiseren van uitbreidingseenheid-ID) (dit vereist een NAS-reboot). Hierdoor kan de QNAP NAS al haar uitbreidingseenheden herschikken. Nadat dit proces is voltooid, zal de vervangende uitbreidingseenheid worden toegewezen aan "REXP 1" en de abnormale uitbreidingseenheid vervangen worden.
* U kan worden gevraagd om de nieuwe uitbreidingseenheid te scannen voor bestaande opslag-pools/volumes. Deze actie is niet nodig bij het vervangen van een uitbreidingseenheid. Als deze vraag verschijnt, kunt u veilig op "Cancel" (Annuleren) klikken.

Nadat het systeem herstart is, zult u zien dat de opslag-pools weer normaal functioneren.

3.2. Een uitbreidingseenheid veranderen in een keten (SAS)
"Reinitialize Enclosure ID" (Opnieuw initialiseren van uitbreidingseenheid-ID) kan ook worden gebruikt om een uitbreidingseenheid in het midden van een keten te vervangen. In dit voorbeeld hebben we 5 uitbreidingseenheden die één voor één geketend zijn via een SAS-bus en de uitbreidingseenheid REXP#3 heeft een hardwarefout en moet worden vervangen.



Om de REXP#3 te vervangen: koppel deze los van de rest van de uitbreidingseenheden, zet de uitbreidingseenheid uit, haal de stekker eruit, verwijder de harde schijven, plaats ze in een andere uitbreidingseenheid in de oorspronkelijke volgorde, en sluit alle uitbreidingseenheden weer aan op de nieuwe uitbreidingseenheid zoals de oude aangesloten was. In Storage Manager ziet u een nieuwe uitbreidingseenheid REXP#6. Kies "Reinitialize Enclosure ID" (Opnieuw initialiseren van uitbreidingseenheid-ID) in het uitklapmenu van "Recover" (Herstellen) om het ID van de uitbreidingseenheid te herverdelen, en herstart uw NAS.
* De vervangende uitbreidingseenheid moet hetzelfde aantal of meer harde-schijfsleuven hebben. Om onverwachte fouten te voorkomen, is het raadzaam om hetzelfde model uitbreidingseenheid te gebruiken.


Na het herstarten, zult u zien dat REXP#6 is veranderd in REXP#3, terwijl op hetzelfde moment REXP#4 en REXP#5 nog normaal functioneren.


3.3. Een uitbreidingseenheid in het midden van een keten veranderen (Thunderbolt)
Het herstelproces van een uitbreidingseenheid in het midden van een Thunderbolt-keten is vergelijkbaar met het vorige SAS-proces. Om een abnormale Thunderbolt uitbreidingseenheid te vervangen in het midden van een keten: koppel deze los, zet de uitbreidingseenheid uit, haal de stekker eruit, verwijder de harde schijven, plaatst ze in een andere uitbreidingseenheid in de oorspronkelijke volgorde, en sluit alle uitbreidingseenheden weer aan op de nieuwe uitbreidingseenheid zoals de oude aangesloten was.
Wanneer de nieuwe uitbreidingseenheid ingeschakeld wordt, wordt u gevraagd om de uitbreidingseenheid te herstellen. Klik op "OK" om te bevestigen en daarna zullen de gegevens in de oorspronkelijke uitbreidingseenheid hersteld worden.


3.4. Een uitbreidingseenheid permanent verwijderen
3.4.1. QTS 4.1.x
Met "Reinitialize Enclosure ID" (Opnieuw initialiseren uitbreidingseenheid-ID) kunt u de REXP ID reorganiseren in QTS 4.1.x indien nodig. Bijvoorbeeld, als u een specifieke uitbreidingseenheid in het midden van de keten wilt verwijderen, verwijder dan alle volumes en opslag-pools die zich in deze uitbreidingseenheid bevinden, en koppel deze dan los. Na het herstarten, zal de losgekoppelde uitbreidingseenheid niet worden weergegeven in de Storage Manager, en de ID van de uitbreidingseenheid zal worden herverdeeld.

3.4.1. QTS 4.2.x
Als uw QTS versie 4.2 of hoger is, kunt u in "Storage Manager" een uitbreidingseenheid kiezen die u verwijderen wilt, en kies "Action (Actie) > "Safely Detach" (Veilig losmaken). Met deze actie kunt u een uitbreidingseenheid veilig en direct verwijderen uit een keten en de uitbreidingseenheid aansluiten op een andere QNAP NAS. Voor meer informatie over het gebruik van deze functie om datamigratie uit te voeren, verwijzen wij u naar de toepassingsnotitie "Use JBOD migration" (Gebruikmaken van JBOD-migratie).
* De functie "Safely Detach" (Veilig losmaken) is alleen beschikbaar in QTS 4.2 of hoger
