Veelgestelde vragen over Container Station


Laatst gewijzigd op: 2022-12-13

Toepasselijke producten

Container Station


Overzicht

Met Container Station kunt u containers installeren en centraal beheren op uw QNAP-apparaat. Hieronder vindt u de vragen die gebruikers het meest stellen over Container Station.

Hoe kan ik Container Station 3 gebruiken?

Containers bieden een weinig intensieve oplossing om tal van besturingssystemen en toepassingsservices te simuleren. Container Station is geïntegreerd met het Docker Hub-register en de server voor LXD-installatiekopieën en helpt u om gemakkelijk kant-en-klare installatiekopieën te downloaden en de functionaliteiten van uw QNAP-apparaat te vergroten. Raadpleeg de zelfstudie voor meer informatie over hoe u Container Station 3 kunt gebruiken.

Waarom geven mijn containers de URL naar de container niet weer nadat ik Container Station heb bijgewerkt naar Container Station 3?

Wanneer u Container Station bijwerkt naar versie 3, kunnen containers met ongebruikelijke webpoorten geen URL’s maken tijdens het migratieproces. U kunt het pictogram voor de URL dan niet zien. Volg de onderstaande stappen om de URL weer te geven:

  1. Start Container Station 3;
  2. Ga naar Containers;
  3. Selecteer een container;
  4. Klik op Bewerken;
  5. Ga naar Netwerk;
  6. Klik naast Standaardpoort voor web-URL op ;
  7. Geef het poortnummer op;
    NB:
    • Dit moet de poort zijn van de container, niet de gepubliceerde hostpoort. Standaard gebruiken NGINX-containers poortnummer ‘80’; Jenkins-containers gebruiken poortnummer ‘8080’;
    • De standaardpoort voor de web-URL wordt alleen gebruikt voor het eerste verbonden netwerk in de lijst.
  8. Klik op Toepassen.

Container Station 3 slaat de instellingen voor de URL-poort op.

Tip
  • Klik op om de container website te openen;
  • Raadpleeg de zelfstudie voor meer informatie over het configureren van de standaard URL-poorten voor toepassingen en containers.

Waarom kan ik de toepassings- en containerinstellingen niet bewerken in Container Station 3?

Nadat u een container of toepassing in Container Station 3 hebt gemaakt, kunt u de instellingen niet meer bewerken. Dit heeft te maken met de oorspronkelijke lichte definitie van LXD en Docker. Wanneer u de container- of toepassingsinstellingen opnieuw wilt configureren, kunt u de functie ‘Opnieuw maken’ gebruiken om de instellingen te wijzigen.

Belangrijk
Wanneer u een toepassing of container opnieuw maakt, worden alle gegevens die niet in gebonden koppelingen of volumes zijn opgeslagen verwijderd. Zorg ervoor dat u de gegevens overdraagt voordat u de toepassing of container maakt.
Een toepassing opnieuw maken
  1. Start Container Station 3;
  2. Ga naar Toepassingen;
  3. Selecteer een toepassing;
  4. Klik naast Bewerken op ;
  5. Klik op Opnieuw maken;
  6. Wijzig de YAML-code en instellingen op basis van uw voorkeuren;
  7. Klik op Bijwerken.

Container Station 3 vervangt de brontoepassing door de gewijzigde YAML-code en -instellingen.

Een container opnieuw maken
  1. Start Container Station 3;
  2. Ga naar Containers;
  3. Selecteer een container;
  4. Klik naast Bewerken op ;
  5. Klik op Opnieuw maken;
  6. Volg de instructies in de wizard en wijzig de instellingen op basis van uw voorkeuren;
  7. Klik op Voltooien.

Container Station 3 vervangt de broncontainer door de gewijzigde instellingen.

Waarom kan ik geen opdrachten invoeren in de terminal in Container Station 3?

De functies Logbestanden en Terminal bijsluiten in Container Station 3 zijn onafhankelijke functies. Volg de onderstaande stappen om opdrachten in te voeren in de terminal.

  1. Start Container Station 3;
  2. Ga naar Containers;
  3. Selecteer een actieve container;
  4. Klik op Terminal bijsluiten.
    NB:
    U moet de interactieve processen (-) en TTY-processen (-t) inschakelen om de terminal aan een container te kunnen koppelen.
Waarom kan ik in Container Station 3 geen logbestanden en meldingsgebeurtenissen zien of ontvangen die in oudere versies van Container Station zijn gemaakt.

Systeemlogbestanden die in oudere versies van Container Station 3 zijn gemaakt, worden tijdens de migratie van gegevens gearchiveerd en geëxporteerd. Regels voor meldingen uit oudere versies zijn opnieuw ingesteld.

  • U kunt logbestanden uit oudere versies bekijken door naar de map van Container Station op uw QNAP-apparaat te gaan en het bestand container-station-earlier-logs.csv te zoeken. Het pad ziet er standaard als volgt uit: /Container/container-station-earlier-logs.csv.
  • Om meldingen van gebeurtenissen te ontvangen, moet de regels voor meldingen opnieuw maken. Er worden dan weer meldingen voor toepassingen in Container Station 3 ontvangen.

Verder lezen

Container Station 2 gebruiken

Was dit artikel nuttig?

41% van de mensen vond dit nuttig
Bedankt voor uw feedback.

Vertel ons a.u.b. hoe we dit artikel kunnen verbeteren.

Hieronder kunt u eventuele aanvullende feedback toevoegen.

Kies specificatie

      Toon meer Minder

      Deze website in andere landen/regio's:

      open menu
      back to top